Definities van Nederduitsche spreekwoorden in de Ensie M
- Men ziet aan ’t been, waar de kous een gat heeft
- Men ziet hem naar de oogen
- Men ziet hem niet voor vol aan
- Men zou ’er op verlieven, als een kat op een mostaardpot
- Men zou daar de koude pis van krijgen
- Men zou daar dieven meêpynigen
- Men zou daar katten en honden meê vergeven
- Men zou een ei in zijnen aars gaar braden
- Men zou hem gemaalen goud toevertrouwen
- Men zou hem uit de kool niet jagen
- Men zou ze met geen tang aantasten
- Men zou zich bedoen
- Men zou zyn reuzel scheuren, en maken daar een huik van
- Menig heeft te veel, niemand genoeg
- Menig kraauwt zich daar ’t hem niet jeukt
- Menig meent dat hy onzen lieven heer by ’t hoofd heeft, en hy heeft den duivel by de voeten
- Met bedekte schotels opdissen
- Met de blaauwe huik voor ymand uitgaan
- Met de levendige begraaft men de dooden
- Met den gek besluiten
- Met den minsten kost houd men langst huis
- Met den pispot kroonen
- Met den vinger aanwijzen
- Met dien krop moet hy te boom
- Met dien mond moet gy wijn drinken
- Met drie haasten
- Met een anders slippen in de asch zitten
- Met een anderspooten de kastanjes uit het vuur halen
- Met een vossensteert geesselen
- Met een zoet toomtje
- Met eenen quispel overstrijken
- Met gelyke munt betalen
- Met kleine lapjes leert de hond leêr eeten
- Met list brengt men een ei in een hopzak
- Met lontrecht halen
- Met onwillige honden is ’t quaad haazen vangen
- Met verlof, een wever
- Met verlof, of met oorlof
- Met vragen komt men te romen
- Met ymand heulen
- Met ymand over hoop geraken
- Met zotten is ’t quaad boerten
- Misrekenen is geen betalen
- Misschien
- Mondeken toe, beurzeken toe
- Mondekens maat
- Mors dood
- Mout spaart meel
- My is al menige zee water over ’t hoofd gegaan
- Myn deur zy verre van myn heers deur