Kerel
m. (-s), 1. manspersoon, met het begrip van forsheid en kracht: hij is een flinke kerel om te zien; een jonge kerel als jij moet niet leeglopen; — in sterker opvatting: man van stevige, forse lichaamsbouw: 't is een kerel hoor! een kerel van een vent; een kerel als een boom, zeer groot en sterk : evenzo : een kerel als K...