Gepubliceerd op 04-12-2017

kerel

betekenis & definitie

kerel - Zelfstandignaamwoord
1. (verouderd) vrije man van lage geboorte
2. forse, stevige man (een echte vent)
3. (informeel) man, echtgenoot
4. (gewestelijk, informeel) manspersoon

Woordherkomst
Afkomstig van het Middelnederlandse kerel of kerle (vrij man van niet-ridderlijke stand, dorpeling), dat afstamt van het oergermaanse *kerla-. Verwant met het Duitse Kerl en het Engelse churl of cheorl.

Synoniemen
[2], [3] vent
[4] gast