zelfgerolde sigaret.
sigaret die men zelf met de hand draait door de tabak (shag) in een vloeipapiertje te rollen; zelfgerolde sigaret.
Oorspronkelijk als goedkoop alternatief voor een sigaret. Het grondwoord sjek is de op zijn Nederlands gespelde variant van shag.
Voorbeelden:
Het treinverkeer in de Achterhoek was vanochtend ernstig ontregeld. De veroorzaker van de chaos bleek een 57-jarige automobilist uit het Gelderse Aalten te zijn. Vlak voor een spoorwegovergang in zijn woonplaats liet de man zijn sjekkie vallen en wilde deze oprapen. Hierbij kwam hij echter op de verkeerde weghelft terecht en botste bovenop een slagboom.
http://frontpage.fok.nl/nieuws/226868/1/1/50/treinverkeer-ontregeld-door-sjekkie.html, 9 juni 2008
Het 'sjekkie', ook wel 'sjaffie', is niet meer wat het geweest is. Oorspronkelijk was de zelfgerolde sigaret exclusief voor de minder bedeelde man. Bij de buidel tabak hoort in het clichébeeld immers een schipper bij windkracht tien, een bouwvakker op de steiger, een arbeider in zijn kantine of een vrachtwagenchauffeur, die ze met één hand kan draaien.
de Volkskrant, 8 april 2008
Zijn rechterhand rust op mijn flank, zijn linker houdt een sjekkie vast.
Manon Uphoff, Alle verhalen, 2003
'Maar in de De La Reystraat,' zei mijn vader, 'woont een godloochenaar die oude bijbeltjes opkoopt om de bladzijden ervan te gebruiken als vloeitjes voor z'n sjekkies, dan is-ie goedkoper uit, zegt-ie, dan als-ie Mascotte koopt.'
Maarten 't Hart, Het woeden der gehele wereld, 1993
Een vrouw met een opgeschort nachthemd biedt een ongegeneerde blik op haar zeventigjarige flodderdijen. Ze prutst moeizaam aan een sjekkie.
Robert Anker, Een soort Engeland, 2001
'Je hebt wat gemist', zei Rog, die bezig was een voorraad sjekkies aan te leggen.
Heere Heeresma, Heeresma helemaal, 1978