Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie A
- aasvis
- aasvlieg
- abacus
- abattoir
- abb
- Abcoudenaar
- Abcoudens
- Abcouds
- Abcoudse
- abdicatie
- abdijbier
- abeel
- aberratie
- abituriënt
- abject
- abnormaal
- abnormaliteit
- aboma
- abondance
- abondance spelen
- abongrakoekje
- abongrazaad
- abonnee
- abonneekanaal
- abonneenummer
- abonneetaxi
- abonneetelevisie
- abonneezender
- abonnementhouder
- abonnementsgeld
- abonnementskosten
- abonnementsprijs
- abonnementstarief
- abonnent
- abortus
- abortus provocatus
- abortusarts
- abortusboot
- abortusschip
- abortustoerisme
- abortustoerist
- abortusverbod
- abortuswet
- abracadabra
- abri
- abrikoos
- abrikooskleurig
- absence
- absent
- absentenlijst
- absentielijst
- absint
- absintdrinker
- absintdrinkster
- absintolie
- absolute aantallen
- absolute alcohol
- absolute datering
- absolute frequentie
- absolute meerderheid
- absolute monarchie
- absolute ouderdom
- absolute temperatuur
- absolute waarde
- absolute waarde van een getal
- absolute waarheid
- absoluut
- absoluut gehoor
- absoluut nulpunt
- absoluut plafond
- abstinent
- abstinentie
- abstinerend beleid
- abstract
- abstract expressionisme
- abstract substantief
- abstract zelfstandig naamwoord
- Absurdië
- absurdisme
- Absurdistan
- ABU
- ABVV
- academieassistent
- academiejaar
- academisch
- academisch doctoraat
- academisch jaar
- academisch kwartier
- academisch personeel
- academisch ziekenhuis
- academische bachelor
- Academische Raad
- academische titel
- academische vrijheid
- academische zitting
- açaipalm
- acajou
- accent aigu
- accent circonflexe
- accent grave
