iemand met een abonnement.
iemand die ergens een abonnement op heeft, bv. op een krant, een tijdschrift, een telefoondienst, een kabelmaatschappij etc.; iemand die zich op iets heeft geabonneerd, bv. op een krant, een tijdschrift, een telefoondienst, een kabelmaatschappij etc.; iemand met een abonnement; abonnementhouder.
Voorbeelden:
Alleen Debitel heeft een boete gekregen van 400.000 gulden. Het bedrijf kan volgens Opta niet snel genoeg handelen als een abonnee zijn oude telefoonnummer wil meenemen.
ANP, 2000
Na een samenwerking van ruim 25 jaar besloot Belgacom een eigen beroepen- en handelsgids uit te geven. Het gevolg is dat elke abonnee vier gidsen kreeg: de Gouden Gids en de telefoongids van ITT Promedia en het telefoonboek en de handels- en beroepengids van Belgacom.
De Standaard, 1996
De Webstek van Bol [...] heeft naast een open gedeelte ook een gesloten deel, dat enkel voor abonnees toegankelijk is. Bol wil op de site Belgische informatie en informatiediensten bieden aan Belgische gebruikers (local content for local people is volgens de perstekst de basisfilosofie van Bol).
De Standaard, 1996
De omschrijving van de universele dienst in het koninklijk besluit dat Di Rupo opstelde, omvat acht punten: Elke burger krijgt een gewaarborgde toegang tot stemtelefonie, fax en datatransmissie tegen een lage prijs, die vastgelegd wordt in een contract tussen de overheid en Belgacom. Noodoproepen zijn gratis. Abonnees hebben recht op een gratis klantendienst en een inlichtingendienst. Wie zijn telefoonrekening niet kan betalen, moet wel nog oproepen kunnen ontvangen en zelf noodoproepen doen.
De Standaard, 1996