Definities van Agrarisch Encyclopedie in de Ensie S
- Satijnhout
- Satijnvlinder
- Satureja hortensis L
- Saturnudae
- Sauropus androgynus
- Saussure, Théodore de
- Savannen
- Sawah
- Sawarie-noot
- Sawi
- Sawo
- Sawo ketjik
- Saxifraga
- Sb
- Sc
- Scabiosa
- Scaevola
- Scald
- Scanderen
- Scandinavische school
- Scandium
- Scaphium affine
- Scarificator
- Sch
- Schaaldeel
- Schaam
- Schaam-zitbeensvereniging
- Schaap
- Schaapshoofd
- Schaapskooi
- Schaar
- Schaarbos
- Schaardigheid
- Schaardijk
- Schaargeld
- Schaarhout
- Schaarlichter
- Schabrak
- Schachtdroger
- Schadelijk gedierte
- Schadelijk wild
- Schadelijke vogels
- Schaduwblad
- Schaduwbomen
- Schaduwhoutsoorten
- Schakeling
- Schalm
- Schalmen
- Schamel
- Schandmei
- Schans
- Schapenboon
- Schapengras
- Schapenhorzelziekte
- Schapenkaas
- Schapenmelk
- Schapenmest
- Schapenschaar
- Schapenstamboek
- Schapenteek i
- Schapenvlieg
- Schapenwolken
- Scharnieregge
- Scharrelruimte
- Schathuis
- Schede
- Schede-ontsteking
- Scheefheid
- Scheefkelk
- Scheepsbouwhout
- Scheepshouten
- Scheerling
- Scheiboter
- Scheikaas
- Scheikuikens
- Scheisloot
- Schelf
- Schelften
- Schellak
- Schelpendoekmachine
- Schelpkalk
- Scheluw trekken
- Schenkel
- Schepel
- Schependomsrecht
- Scheper
- Scheppende gang
- Scheprad
- Schepradsysteem
- Scheproom
- Scherm
- Schermbeek, A. J. van
- Schermbloemigen
- Schermbos
- Schermen
- Schermer
- Schermkap
- Schermmantel
- Scherp
- Scherp veen
