Vladimirskaja is de Moeder Gods van Vladimir, een Eleousa-type icoon. De Vladimirskaja is de beroemdste icoon en een meesterwerk van klassieke Byzantijnse kunst. Karakteristiek voor de Vladimirskaja is de onblote voetzool van het kind. Eeuwenlang was deze icoon een voorbeeld voor iconenschilders en is talloze malen gekopieerd.
De Moeder Gods van Vladimir wordt het palladium van het oude Rusland genoemd, omdat er een aantal belangrijke gebeurtenissen aan verbonden is. De icoon werd waarschijnlijk in 1130 geschilderd. Historisch staat vast dat de icoon in 1135 per schip vanuit Constantinopel naar Kiev werd gebracht als geschenk van de Byzantijnse keizer aan het pas bekeerde volk. Toen vorst Andrej Bogoljoebski rond 1155 zijn vader verliet, nam hij de icoon mee naar zijn geboortestad Vladimir in het vorstendom Soezdal (ongeveer 160 kilometer ten oosten van Moskou) dat hij tot centrum van zijn rijk maakte. Hij liet de icoon versieren met goud, zilver, parels en edelstenen en maakte er, naar Byzantijns voorbeeld, het palladium van zijn vorstendom van. Het werk bleef in de Hemelvaartskathedraal in Vladimir tot 1395, toen het op 26 augustus in een plechtige processie naar Moskou werd gedragen om het gevaar af te wenden van een aanval van de Mongolen. Die stonden op het punt de stad in te nemen en Grootvorst Vassili I van Moskou hoopte dat de Moeder Gods de stad zou kunnen redden van de ondergang. Wonder boven wonder trokken de Mongolen zich, op dezelfde dag dat de icoon de stad binnen werd gedragen, tegen iedere verwachting terug. De icoon werd daarna voorwerp van diepe verering en werd geplaatst in de Hemelvaartkathedraal van het Kremlin, waar hij tot de revolutie van 1917 bleef.
Haar feestdag werd vastgesteld op 26 augustus. Nog twee andere dagen zijn aan de Vladimirskaja gewijd: 21 mei en 23 juni; allebei data die herinneren aan een wonderbaarlijke tussenkomst van de icoon in de strijd van de Russen tegen de Mongolen. Tegen het eind van de vijftiende eeuw kreeg de Vladimirskaja een ereplaats in de iconostase van de Oespenski-kathedraal, de hoofdkerk van het Moskouse Kremlin. Na de revolutie van 1917 werd ze overgebracht naar de Tretjakov-Galerij, het belangrijkste iconenmuseum van Rusland. Daar is ze nu nog te bewonderen. De Vladimirskaja is altijd de speciale beschermheilige van het Russische land en volk geweest, alsmede van de tsaar en zijn familie. De icoon (78 x 54,6 cm), op lindehout geschilderd, is verscheidene malen overgeschilderd en draagt heden nog de sporen van deze achtereenvolgende restauraties. Christus zit op de rechterarm van zijn moeder en drukt zijn wang tegen de hare. Hij heeft zijn linkerarm om haar nek geslagen en houdt met de andere haar kleed vast. Verwachtingsvol kijkt hij omhoog naar zijn moeder, die hem liefdevol tegen zich aanhoudt. Zij kijkt in gedachten verzonken over haar zoon heen en is zich ten volle bewust van het lijden dat hem te wachten staat. De Moeder Gods van Vladimir neigt haar hoofd naar het kind, maar haar blik is op ons gericht. Haar uitdrukking is diepbedroefd. Zo betrekt ze ons in het verlossingsdrama dat het kind te wachten staat; een psychologisch doordacht en artistiek meesterlijk teweeggebracht effect.