Iverskaja is een icoon van de Moeder Gods van Iveron, een variant op de Hodegetria. Ze is genoemd naar het klooster Iveron op de heilige berg Athos. De legende verhaalt, dat in de tijd van het iconoclasme (726-843) een soldaat de icoon in de kerk van Nicea probeert te verwoesten.
Waar hij met zijn zwaard steekt, begint de Moeder Gods te bloeden. De soldaat krijgt spijt en vraagt aan de bewaakster van de kerk de icoon te verstoppen voor de beeldenvernietigers. De vrouw werpt de icoon in ze en de Moeder Gods zwemt er vandoor. De zoon van de vrouw is intussen als monnik op de berg Athos ingetreden en vertelt iedereen over de wonderdoende icoon.
Jaren later verschijnt er recht tegenover het Iveron-klooster een vuurzuil met de Moeder Gods erin. Een monnik vindt na een visioen de icoon en plaatst haar op het altaar. s’ Morgens staat de icoon echter bij de poort van het klooster. telkens plaatsen de monniken de icoon terug in de kerk en steeds is de Moeder Gods weer bij de poort, totdat men begrijpt, dat daar haar plaats is. Zij wordt de ‘Portatissa’ , de poortbewaakster van het klooster. In 1648 wordt een kopie gemaakt van de icoon en aangeboden aan tsaar Aleksej Michailovic in ruil voor bedelrecht van de Athosmonniken in Rusland. De icoon gaat mee op veldtocht tegen de Polen en wordt aan Sofia Alekseevna geschonken, die de Moeder Gods Iverskaja naar het Novodevicij-klooster brengt. Deze kopie wordt nog steeds in de iconostase van de kerk van de Moeder Gods van Smolensk van het klooster vereerd. Zie ook: Psychosostria.