Cherubijn (hebr. lichtengel), is de eerste triade van engelen, de thronen, cherubijnen en serafijnen, is God het meest nabij. De cherubijnen bekleden de tweede rang na de serafijnen en worden afgebeeld als een hoofd met vier of zes vleugels; als zodanig zijn zij niet te onderscheiden van de serafijnen.
Cherubijnen zijn blauw of geel. Volgens Genesis 3:24 bewaakt een cherubijn het paradijs. De profeet Ezechiël beschrijft cherubijnen in een visioen:
‘ In mijn visioen zag ik hoe een storm uit het noorden kwam opzetten: een grote wolkenmassa waar vuur in opflitste en die omgeven was door een gloed: de wolkenmassa schitterde als blinkend metaal. In de wolken tekenden zich gestalten af die op vier levende wezens geleken. Ze zagen er als volgt uit: ze leken op mensen, maar ieder van hen had vier gezichten en vier vleugels. Hun benen waren recht, hun voeten hadden de vorm van een kalfshoef en blonken als de glans van blinkend koper. Onder de vleugels hadden zij mensenhanden. De gezichten van de vier wenden zich niet als ze voortbewogen; ze bewogen zich recht voor zich uit. De gezichten van de vier wezens leken van voren op dat van een mens, rechts leken ze op dat van een leeuw, links op dat van een stier en van achteren op dat van een arend. Twee van hun vleugels waren naar boven uitgestrekt en raakten elkaar, de twee andere bedekten hun lichaam. Ze bewogen zich recht voor zich uit; ze gingen waarheen de geest hen dreef en keerden zich niet om als ze zich voortbewogen. Naast elk der vier wezens stond er op de grond een wiel.’ (Ezechiël 1: 4-12).