Gepubliceerd op 05-05-2017

Jongeren

betekenis & definitie

Drie modellen van opgroeien.

Jongeren groeien in verschillende situaties op. Ik maak het volgende grove onderscheid:

- De stereotypisch ‘dorpse’ opvoedsituatie,
- De hedendaagse opvoedsituatie voor veel meeset autochtone jongeren, en
- De hedendaagse opvoedsituatie voor veel allochtone jongeren.
a. In een stereotypisch dorpse opvoedsituatie zoals die in Nederland nauwelijks nog bestaat, zijn de normen, waarden, opvattingen, gewoontes, etc. van thuis en van de school vrijwel gelijk. Er is bovendien geen straat- of buurtcultuur, ook geen MTV waarin een contrasterende leefstijl wordt gepropageerd. De jongere wordt door de gehele omgeving één kant op getrokken.

In een dergelijke opvoedsituatie ontwikkelt de jongere een rustige identiteit, een stevige basis. Fundamentele identiteit twijfels ontstaan wellicht pas op latere leeftijd.

Beschermende opvoeders overal ter wereld zouden een dergelijke opvoedsituatie voor hun kinderen graag willen. In het verzuilde Nederland van de jaren vijftig was het nog realiteit. Het is in deze extreme beschrijving nu waarschijnlijk alleen nog op het platteland in derde wereld landen aanwezig.

b. In moderne stedelijke samenlevingen is de situatie voor autochtone jongeren ingewikkelder. In heel Nederland worden jongeren niet alleen door thuis en school beïnvloed maar in toenemende mate ook door de televisie- en straatcultuur. Vooral in de puberteit wordt de invloed daarvan krachtig. MTV leert meisjes dat ze sletterig moeten zijn, jongens krijgen een stoere, onverschillige macho idealen voorgeschoteld. Thuis en school zitten meestal wel op één lijn, hoewel er belangrijke verschillen kunnen zijn per sociaal milieu die ik hier achterwege laat.
c. Voor allochtone jongeren is opgroeien in een moderne wereld nog ingewikkelder. Zij worden aangesproken vanuit drié, elkaar tegensprekende opvoedblokken. De ouders hebben meestal andere opvoedidealen dan de school. Dat levert thuis veel ruzie op. Vooral voor jongens is de school bovendien saai. Dan blijft, vooral voor hen, de straat over als spannende leefwereld De vriendenkring op straat krijgt soms de betekenis van nieuwe familie.

Elders beschrijf ik de aantrekkelijkheid van de straatcultuur (Zie Straatcultuur). In het hieronder staande richt ik me op de spanningen tussen thuis en school.

Jongeren. De spagaat tussen thuis en school.

Over de eerste generatie migranten kan je met enig recht generaliseren. Bij hun kinderen is de diversiteit zo enorm dat dit onmogelijk is. Er zijn jongeren die zich oriënteren op de meerderheidscultuur, anderen richten zich meer naar de cultuur van herkomst. De meesten zitten ergens tussen die polen in. Bijna alle jongeren voelen dat er aan twee kanten aan hen getrokken wordt en dat ze met tegenstrijdige opvattingen en loyaliteiten moeten leven.

Ouders proberen hun kinderen op te voeden met de overtuigingen, waarden en normen van henzelf, ze willen hun kind niet verliezen. De ouders van bijvoorbeeld een Turks kind, willen dat hun kind Turks blijft. Zorg ervoor dat je geen brutale Nederlandse manieren overneemt; wees gehoorzaam; maak je familie niet te schande; blijf je geloof trouw e.d. Ouders willen uiteraard trots kunnen zijn op hun kind. De impliciete boodschap van de Nederlandse kant, is vaak tegenovergesteld. Pas je aan; wees assertief; doe niet zo achterlijk; je wilt toch niet zo stom blijven als je ouders? Moet je zien hoe je ouders er bij lopen: zo wil je toch niet worden? Allochtone jongeren moeten dus in het spanningsveld tussen hun ouders en de meerderheidscultuur een eigen identiteit opbouwen. Elke keuze gaat gepaard met loyaliteits-conflicten. Jongeren zouden op een meer ontspannen manier kunnen kiezen als ze allebei mochten zijn en als de Turkse en de Nederlandse kant meer waardering zou hebben voor elkaars opvattingen.

Jongeren. Identiteitsverwarring.

Opgroeiende allochtone jongeren hebben op allerlei gebieden tegelijkertijd tegenstrijdige overtuigingen. Ze vinden, soms jarenlang zowel het een als het andere.

Alle jongeren hebben dit soort tegenstrijdigheden maar allochtone jongeren hebben dit op een groter aantal gebieden. De tegenstrijdigheden zijn bovendien groter. Daardoor is het veel lastiger om een antwoord te hebben op fundamentele vragen zoals: Wat vind ik eigenlijk zelf? Wie ben ik eigenlijk? Wat wil ik eigenlijk?

Het opvoeden en coachen van deze jongeren is topsport omdat het in dit spanningsveld moeilijk is een stabiel normen en waarden patroon op te bouwen.

Opgroeien in een context van minachting.

Jongeren uit de meerderheidscultuur voelen zich meestal ‘gewoon’. Ze voelen zich als normaal gewaardeerd. Allochtone jongeren voelen vaker minachting over hun godsdienst, afwijzing om hun temperament en minachting over hun ‘achterlijke’ opvattingen over eerlijkheid, seksualiteit, gehoorzaamheid, etc. Allochtone jongeren groeien dus op in een wereld die een deel van hun zijn en hun identiteit negatief bestempelt.

Jongeren. Jongens en meisjes.

In de opvoeding van veel allochtone jongens is sterk en krachtig zijn om de eer van de familie te kunnen verdedigen een belangrijk thema. (Arabisch ‘kbir’, sterk) Een man moet altijd willen winnen, niet alleen in een gevecht maar ook in een gesprek, ook in kleine interacties. Daar ontleen je, als man, je status aan. De dominante Nederlandse opvoeding is anders: je moet geven en nemen, proberen een compromis te zoeken, beseffen dat de waarheid ergens in het midden ligt, polderen, etc. Vanuit Arabisch standpunt is dat ‘sgir’: klein, slap gedrag. Hierdoor vinden veel autochtone Nederlanders die allochtone jongens te stoer, ze vinden dat ze teveel de confrontatie zoeken, nooit willen toegeven en teveel macho zijn.

Alle ouders laten hun zoons meer vrij dan de dochters. Bij allochtone ouders is dat verschil groter dan bij autochtone ouders. Jongens moeten de wereld in om zich daar te leren verdedigen. Meisjes moeten ‘kbira’ zijn: zedig en kuis. Ze moeten daarom zo lang mogelijk binnen gehouden en beschermd worden. In Amsterdam werd onlangs een huiswerkvrij weekend gegeven. Een aantal Marokkaanse meisjes ging meteen naar de directie. Of ze huiswerk mochten. Huiswerk betekent dat je in het weekend naar je vriendinnen mag om samen huiswerk te maken. Huiswerk betekent dat je je kan ontrekken aan het huishouden. School geeft meisjes vrijheid die jongens sowieso al hebben. Jongens hoeven niet hard te werken om die vrijheid te verwerven, meisjes wel.

Bij een deel van de allochtone meisjes die het goed doen op het MBO of HBO hangt een donkere wolk boven hun hoofd: hoe zal het zijn na de schooltijd? Er zijn in Nederland weinig geschikte huwelijkskandidaten en de meisjes willen vaak geen dorpsjongen uit hun herkomstland. Maar ze willen ook hun ouders niet teleurstellen als die met een huwelijkkandidaat zouden komen. (Zie Identiteit. Zie Onderwijs).