Kantoor - vertrek, gebouw, waar uitsluitend administratieve werklieden worden verricht; nederzetting van een firma in vreemde landen.
Ook: de zetel, het domicilium van den koopman en van allen, die naar den letterlijken zin des woords of volgens de wet met den koopman gelijk staan.
— Schar, J. Fr., u. L. F. Huber, Handbuch der Kontorpraxis. M6.—.
— Schiebe, A., u. C.. G. Odermann, Lehrbuch d.Kontorwissenschaft. 1. Bd. Kontörwissenschaft im engeren Sinne. M 8.—.