Wat is de betekenis van kantoor?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kantoor

Het begrip kantoor heeft 3 verschillende betekenissen: 1) werkvertrek(ken) voor directie e.d.. vertrek, geheel van vertrekken of gebouw van een onderneming of instelling, ingericht voor werkzaamheden, die men aan een bureau verricht, zoals bestuurlijke, financiële, zakelijke of administratieve taken; werkvertrek(ken) voor directie, admi...

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kantoor

1) (1941) (luchtv.) cockpit. • De stuurkuip of cockpit heet tegenwoordig steevast „het kantoor", terwijl er ham en eieren op de vliegvelden uitsluitend worden aangeduid als „een driepuntslanding". (De Indische courant, 12/07/1941) • Maar mede dankzij die overkapping kon de cockpit zich ontwikkelen van een oncomfortabele zit-,...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kantoor

kantoor - Zelfstandignaamwoord 1. een instelling waar allerlei administratieve handelingen worden uitgevoerd Hij ging gisteren weer naar kantoor om nog wat extra werkzaamheden uit te voeren.

2024-04-27
Jargon & Slang van Havenarbeiders

Marc de Coster (2017)

Kantoor

Kantoor - voor het kantoor: helemaal zoals het hoort. Een hijsje voor het kantoor: een modelhijs.

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kantoor

kantoor - zelfstandig naamwoord uitspraak: kan-toor 1. kamer waar men schrijft en gegevens verwerkt ♢ Jan zit in zijn kantoor te werken 2. bedrijf dat gegevens van andere bedrijven verwerkt ♢ on...

2024-04-27
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

kantoor

In de achttiende eeuw een verhullende benaming voor het openbaar toilet, waar homoseksuele mannen elkaar konden treffen. Gesignaleerd door Joustra, die Erik Marcus & Paul Verstraten citeert: ‘Amsterdam in je kontzak: een homo-stadgids. 1984’.

2024-04-27
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

kantoor

Van welk woord is kantoor afgeleid? a van het Franse comptoir (‘rekentafel’) b van het Latijnse canton (‘onderafdeling’) c van het Franse contour (‘afgebakende ruimte’).

2024-04-27
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Kantoor

van oorsprong het bureau of werkvertrek waarin door medewerkers van een koopman (klerken) het schrijvende werk werd verricht, b.v. de correspondentie met klanten en leveranciers, het berekenen van de prijzen, de verzending van stukken, de boekhouding, enz. Tegenwoordig verstaat men onder kantoor elk gebouw waarin bestuurswerkzaamheden en administra...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

kantoor

kantoor - vagina; eig. ‘kist waarin waardevolle zaken worden bewaard’; zie andere benamingen voor kostbaarheden als b.v. parel, pendant, kleinood. Dan maeckt men die vrouwe vrolijck ende droncken, ende dan soo verliesen sy ghemeynlijck den sluetel van haren contoore, X Esels (ed. ELSLANDER) 44, 31 [1530].