Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gepubliceerd op 13-03-2019

Grootboek

betekenis & definitie

Grootboek - het boek, waarin voor bepaalde activa of passiva afzonderlijk, of groep daarvan een rekening geopend is, en waarop aangeteekend wordt: het ontstaan van bezit, tenietgaan van schuld (links), het tenietgaan van bezit, ontstaan van schuld (rechts).

Ook wel genoemd: rekeningenboek. Zie J. Hagers Koopmansboekhouden, deel I.