Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

tandem

betekenis & definitie

Engels voor speciale fiets voor twee achter elkaar zittende renners. Alleen het voorste stuur is draaibaar. De voorste renner noemt men de stuurman, de achterste renner de stoker. De tandem wordt alleen gebruikt bij tijdritten en sprintwedstrijden op de baan. Het woord tandem komt niet van de edelman Tandem, stalmeester van een Engelse koningin, maar stamt uit het Latijn, waarin het de betekenis heeft van ‘eindelijk, ten slotte’ (Engels: at length). Door de Engelssprekenden wordt dit schertsend opgevat in de zin van ‘overlangs, over de hele lengte’ (Engels: lengthwise) en daardoor eigenlijk een woordspeling.

Van een der tandems sprong de band; de volgende tandem reed er tegen aan. (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 27/07/1914)

Onvermoeibaar stormt Petit-Breton voort, bijwijlen springt hij over zijn gangmakers om een tiental meters verder een andere tandem te gaan snappen en schreeuwend voor zich uit te jagen... (Achiel Van Den Broeck: De geschiedenis van de Ronde van Frankrijk. 1949)