Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

snok: er een - aan geven, snokken

betekenis & definitie

Versnellen om te zien wie er nog kan volgen. Snok is een Vlaams woord voor ruk. De uitdrukking werd in Nederlandse wielerkringen geïntroduceerd door Gerrie Knetemann. ‘Snokken’ betekent ook: rukbewegingen maken.

Toen het tijdens de tijdrit even niet lekker liep nam Gerrit de Vries de kop over met het slaken van de kreet ‘kom op, we gaan er even een flinke snok aan geven.’ (Leeuwarder Courant, 10/09/1986)

‘Hoe voel je je,’ vroeg Erik Dekker op 28 kilometer van de aankomst van de tweede etappe in de Tour de France aan zijn ploeggenoot Mare Wauters. De 32-jarige Belg liet weten dat hij in een uitstekende vorm over de Vlaamse wegen fietste. ‘Kom in m’n wiel en we geven er een snok aan,’ sprak Dekker in wielerjargon. (NRC Handelsblad, 10/07/2001)