Snok
Snok - 'er een snok aan geven', 'snokken geven': het tempo ineens versnellen. Snok is een Vlaams woord voor ruk. De uitdr. werd in Ned. wielerkringen geïntroduceerd door Gerrie Knetemann. Snokken is ook rukbewegingen maken.
Marc De Coster (2017)
Snok - 'er een snok aan geven', 'snokken geven': het tempo ineens versnellen. Snok is een Vlaams woord voor ruk. De uitdr. werd in Ned. wielerkringen geïntroduceerd door Gerrie Knetemann. Snokken is ook rukbewegingen maken.
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
ruk De onderste lade klemt. Als je hem helemaal wil opentrekken, moetje een harde snok aan de handvaten geven. Negen kansen op tien ligt de lade er dan helemaal uit en hou je een handvat in je hand. (Kristien Hemmerechts, Margot en de engelen) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 4 Vlaamsheid: 3
Jan Luitzen (2009)
(de; -ken) - extra inspanning, versnelling, met de bedoeling tegenstanders af te schudden: er een snok aan geven, snokken geven, tempoversnelling om te checken wie wel en niet kunnen volgen en/of om de ‘zwakkere broeders’ te doen lossen lett. ruk (aan het stuur).
Peter Bakema (2003)
(de, -ken) ruk. Sébastien Rosseler was zowat de eerste die er ongeveer halfweg een serieuze snok aan gaf. - GvA, 03-03-2003. Zie schok, zenuwtrekking.
Walter De Clerck (1981)
1. Ruk; soms ook: schok, (zenuw)trek(king) e.d. Het paard kende zijn weg en behoefde den lichten snok van de lijn niet, VAN HEMELDONCK 1946, 163.Plots gaat de fetisjman aan het dansen, gebogen en stram maar toch met wilde snokken van hoofd, lijf, armen en benen, JONCKHEERE 1957, 75. Ik houd hem tegen de kussens, hij ligt onbeweeglijk. Slechts de l...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: