Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Crates

betekenis & definitie

Crates - Κράτης, 1) atheensch blijspeldichter omstreeks 450, een van de grondleggers der oude attische comedie; men schreef hem 14 stukken toe.—2) Athener, leerling van Polemo en na diens dood gedurende korten tijd hoofd der academie.—3) Thebaan, de voornaamste leerling van den cynicus Diogenes en gedurende eenigen tijd leeraar van Zeno.—4) van Mallus, te Tarsus opgevoed, werd aan het hof van Attalus de stichter der pergameensche school van taalgeleerden; in zijne werken over Homerus bestreed hij Aristarchus. In 167 begeleidde hij Attalus II naar Rome en bleef daar wegens ziekte langen tijd. Hij is de eerste van de Stoici, die Homerus vooral op het gebied van de geographie voor onfeilbaar verklaart, en door allegorische uitlegging alles wat men weet, bij Homerus meent terug te vinden.

Zoodoende is hij de schepper geweest van een nieuwe denkrichting, die ook op latere geslachten grooten invloed heeft geoefend en nog oefent. Zieo. a. Philo Judaeus.

< >