Gepubliceerd op 21-09-2017

Polybios

betekenis & definitie

Polybios - Grieks geschiedschrijver (ca. 200-120 v.C.). Hij werd geboren in Megalopolis, een stad die na de nederlaag van Sparta bij Leuktra in 371 v.C. als een defensief bolwerk tegen dat Sparta bij de rivier de Alpheios in Arkadië, door synoikismos, was opgericht. Polybios was de zoon van een man, Lykortas, die herhaaldelijk het ambt van strategos had bekleed in de Achaïsche Bond, waartoe Megalopolis behoorde. Polybios zelf werd voor de staatsdienst opgeleid en was zeer bedrijvig zowel in politieke als in militaire functies. In 169 v.C. was hij hipparchos en toen Rome na de slag van Pydna in 168 duizend vooraanstaande Acheërs als gijzelaars naar Rome deporteerde, was Polybios een van hen. Pas na zeventien jaar mochten de overblijvenden naar hun moederstad terugkeren. Deze periode is voor Polybios van beslissende betekenis geweest. In Rome was hij geen gevangene, hij genoot er een zekere vrijheid, dankzij zijn vriendschap met de jonge Scipio, zodat hij in de kring van de hl- hellenen werd opgenomen, ook ten huize van de overwinnaar van Pydna. Van deze vrijheid maakte hij gebruik om grote reizen te maken door Italië, Sicilië, Gallië en Spanje. Polybios bleef niet lang in zijn vaderstad na zijn terugkeer. In 149 v.C. werd hij door Scipio uitgenodigd om hem op zijn krijgstochten te vergezellen, als lid van zijn staf. In Afrika nam hij als zodanig aan de krijgsverrichtingen deel tot de val van Carthago in 146 v.C. Hier kreeg hij van Scipio Africanus de nodige schepen ter beschikking voor een verkenningstocht langs de westkust van Afrika.

Kort daarop kon Polybios zijn diplomatieke gaven tot haar recht laten komen. In 146 had de Achaïsche Bond, in strijd met het verbod van Rome, toch de oorlog aan Sparta verklaard en de lidstaten van de Bond werden derhalve zwaar gestraft. L. Mummius vernietigde Korinthos. Polybios werkte samen met de senaatscommissie, die uit Rome was gekomen, en kon vele kleinere steden helpen en aldus het lot van Griekenland verlichten. Polybios keerde daarna naar Rome terug, was nog in Spanje, waar hij de val van Numantia meemaakte als slotfase in de opstand van Spanje tegen de Romeinen (143-133 v.C.). P. Cornelius Scipio nam Numantia in 133 in en beëindigde aldus de oorlog.

Polybios stierf in 120 v.C., nadat hij in Megalopolis was teruggekeerd, door een val van zijn paard.

Polybios is voornamelijk als geschiedschrijver bekend. Van zijn kleinere werken, o.a. Biografie van Philopoimen (de biografie van een belangrijke figuur in de Achaïsche Bond), de Taktika (over militaire tactiek en techniek), Over de bewoonbaarheid van de evenaarszone, Monografie over de Numantische Oorlog, is niets bewaard gebleven. Wel bewaard gebleven is ongeveer een derde van zijn belangrijkste werk, een Wereldgeschiedenis in 40 boeken. Na een kort overzicht van de gebeurtenissen tussen 264 en 220 v.C., waardoor hij aansloot bij het werk van Timaios van Tauromenion, geeft hij een algemene geschiedenis tot 144 v.C. van Italië en Griekenland. In het 6e boek verklaart hij hoe de verschillende staten onder het gezag van Rome kwamen en bewijst hij dat de Romeinse heerschappij voor hem nodig en nuttig is geweest. Daarbij wilde hij ook aan tonen dat de politieke instellingen en de staatsvorm van de Romeinse Republiek de beste zijn, omdat zij een goede synthese van de verschillende bestuursvormen zijn (Boek 9).

In de opvatting van zijn historiografische taak nam hij Thukydides als voorbeeld, omdat hij alleen de waarheid zocht en door zijn werk de volgende generaties wilde onderrichten. De meeste voorgangers van Polybios schreven in een retorische stijl en zochten in de historische feiten de stof om een stilistisch fraaie compositie te maken. Polybios wilde de achtergrond van de feiten nagaan, deze in hun oorzakelijk verband beschrijven; het ging hem dus om de nuttigheid, hetgeen hijzelf de pragmatische historiografie noemde. Daarom ging hij veel op reis om de beste bronnen te vinden, opschriften en diploma’s van overwinnaars op te sporen, en sprak hij - waar dan ook - met betrouwbare personen. Bij het classificeren van de feiten en het aangeven van de oorzaken stond hij onder invloed van Aristoteles, die hij gelezen heeft. Zijn werk overschreed de grenzen van de monografie en groeide uit tot een algemene geschiedenis, die baanbrekend heeft ingewerkt op zijn epigonen.