Gepubliceerd op 26-09-2017

Sparta

betekenis & definitie

Sparta - Stad in Lakonika, in het dal van de Eurotas. In het 2e millennium v.C. was het een centrum van Mykeense cultuur, hetgeen blijkt uit de epen van Homeros en uit archeologische vondsten, zoals de vazen van Vapphio. Het historische Sparta is ontstaan door de invallen van de stam der Doriërs, nl. uit een samensmelten van vier dorpen, synoikismos. De stichting van de stad wordt geplaatst ca. 1000 v.C.

De autochtonen uit het 2e millennium werden onderworpen; zij spraken een dialect, dat later behouden bleef in Arkadië, Pamphylië en Cyprus. De stad Sparta werd van oudsher geregeerd door twee koningen, uit de dynastieën van de Eurypontiden en de Agiaden. Hun gemeenschappelijke voorvader zou Herakles geweest zijn. Van het begin af zou er ook een Raad van Ouden geweest zijn, die in de klassieke periode gerousia werd genoemd. Deze raad moest de koningen bij staan in het regeren van de stad. De raad telde 28 leden. Gedurende enke1e eeuwen ontwikkelde Sparta zich zoals vele andere steden in Griekenland. In de 8e eeuw v.C. kende Sparta ook een bevolkingsexplosie, die echter geen systematische kolonisatie uitlokte, maar die opgevangen werd door de verovering van andere gebieden in de Peloponnesos zelf. De enige zuiver Spartaanse kolonie uit deze periode schijnt Tarentum in Magna Graecia te zijn.

Het bevolkingsoverschot werd vooral opgevangen door de verovering van Messenië, in een aantal oorlogen waarvan de eerste plaatsvond in de tweede helft van de 8e eeuw v.C. en de laatste in de 5e eeuw v.C. (zie Messenische Oorlogen). De onderworpen bevolking kreeg de status van heloten.

De klassieke vormgeving van de stad staat op naam van de legendarische staatsman Lykourgos. Deze man zou de wetgever geweest zijn, die het eigenaardige karakter van de stad zou hebben gevormd en die na zijn dood werd vergoddelijkt. De waarheid is evenwel dat de Spartaanse instellingen op organische wijze gegroeid zijn en niet geschapen door een wetgever. Grote figuren uit deze periode zijn nog Tyrtaios en Chilon. Dat Sparta in de 7e eeuw v.C. een echte beschaving kende (die later werd verwaarloosd), blijkt b.v. uit de prachtige poëzie van Tyrtaios en ook de troon van Apollo te Amyclai, een werk van Bathykles van Magnesium, geeft daar een voorbeeld van. Sparta beslaat in de 6e eeuw een oppervlakte van ca. 7500 km y waarin begrepen zijn: Lakonika en Messenië. De bebouwbare grond was verdeeld in een aantal zgn. klèroi, die aan de Spartaanse staatsburgers werden toebedeeld. Elke Spartaan kreeg heloten toegewezen om deze grond te bewerken, want een Spartaan deed geen handenarbeid; waarschijnlijk kreeg de Spartaan gemiddeld zeven heloten tot zijn beschikking.

Handel werd zeer weinig met het buitenland bedreven: als geld had men slechts de ijzeren munt, met een zuiver lokale waarde.

De klèros was ongetwijfeld erfelijk, de zoon erfde het deel van zijn vader. De maatschappelijke organisatie was drieledig: op de hoogste trap stonden de Spartanen zelf, de rechtstreekse afstammelingen van de oude Doriërs; zij waren lid van een van de drie tribussen: de Hylleis, de Dymanen en de Pamphylen. Zij waren conservatief van aard en hadden slechts interesse voor militaire prestaties. Culturele activiteiten waren veel minder belangrijk, tenminste in de klassieke periode. Het oude Sparta stond op een hogere trap van beschaving. Een strenge opvoeding verzekerde de volledige gelijkheid van de burgers (zie Opvoeding). Hun sociaal leven was zeer intens. Elke Spartaan was verplicht eenmaal daags de gemeenschappelijke maaltijd te gebruiken (syssitia), waarvoor hij een bijdrage moest leveren. Op deze manier werd een leger uitgebouwd dat ver buiten Griekenland beroemd was. Op de tweede trap stonden de vrijen, de perioikoi, maar geen staatsburgers. De oorsprong van deze stand vindt men in de oorlog tegen Argos, die ca. 550 v.C. eindigde in het voordeel van Sparta. Zo ontstond er een twintigtal gemeenschappen van perioikoi. Een perioikos was een onderworpene, en hij moest gehoorzamen, maar hij had het voorrecht mee te strijden in de falanx. Dit bracht mee dat hij ook de Spartaanse opvoeding genoot. In elke perioikengemeenschap werd trouwens een harmostès aangesteld, die ervoor moest instaan dat de agogè volgens de juiste regels gebeurde. Ook zij hadden een klèros, die waarschijnlijk kleiner was dan die van de Spartaan. Hierover zijn enkele cijfers uit de 3e eeuw bekend: 30.000 kleroi voor perioikoi en 9000 voor Spartanen, en dit alleen in Lakonika. Deze perioikoi werden zeker niet tot de hoogste militaire en burgerlijke functies toegelaten.

Op de derde en laagste trap stonden de heloten, echte slaven, en wel staatsslaven. Zij hadden als taak de gronden van de Spartanen en de perioikoi te bebouwen. Zij werden op een werkelijk onmenselijke manier behandeld, o.a. door de krupteia (zie Opvoeding). De staat werd geregeerd door twee koningen, maar in de klassieke periode bleven hun nog enkele godsdienstige en militaire verplichtingen van een vroegere macht over. Zij werden bijgestaan door 5 eforen (opzieners, magistraten die jaarlijks door het volk werden gekozen en op militair gebied het hoogste woord voerden). De instelling van de eforen ging, volgens de Spartanen zelf, terug tot in de 8e eeuw v.C.

De bloei van deze instelling ligt evenwel in de 6e eeuw. Om de 8 jaar gingen de eforen naar het heiligdom en het orakel van Pasiphaë in Thalamae in Messenië om de goden te vragen of de regerende koningen nog hun gunst genoten.

De eigenlijke macht in Sparta lag in handen van de Raad der Ouden, Spartanen boven de 60 jaar, 28 in getal, die levenslang lid van deze gerousia bleven.

Tenslotte hadden alle Spartanen boven de 30 jaar het recht de volksvergadering, apella of ekklèsia, bij te wonen, waar zij hun mening konden geven over de wetsvoorstellen, die de ge- rousia hun voorlegde en liet beoordelen, doch die daaraan niet gebonden was (zie Opvoeding).

Aan het einde van de 6e eeuw v.C. ontstond er een werkelijke Peloponnesische confederatie, die van Sparta de machtigste staat op militair gebied maakte. De verdere geschiedenis van Sparta verliep in algemeen Grieks verband (zie Perzische Oorlogen, Peloponnesische Oorlog, Korinthische Oorlog).

In de hellenistische periode verminderden de betekenis en de macht van Sparta in sterke mate; in de Romeinse periode verwerd het tot een provinciestadje en tenslotte tot een dorp.