Gepubliceerd op 20-09-2017

Orakels in Rome en Italië

betekenis & definitie

Orakels in Rome en Italië - Hier hadden orakels en mandek of de kunst van de voorspelling door goddelijke tussenkomst een geheel andere betekenis en praktische uitvoering dan in de Griekse wereld. Godsdienst of omgang met of de dienst aan de goden waren hier opdracht van de staat en niet een particuliere aangelegenheid. Dit was eveneens het geval met de raadpleging van de goden om hun wil te kennen of inlichtingen te bekomen. Orakels werden in de Republikeinse periode niet bijzonder geacht, uitgezonderd dan de Sibyllijnse boeken, die in de tempel van Iupiter Optimus Maximus werden bewaard. Zeer zelden deed de staat een beroep op de orakels om de wil van de goden te weten te komen. Dit gebruik nam langzamerhand toe, naarmate de Romeinen meer in contact met Griekse orakelplaatsen kwamen en Griekse of oosterse godheden in Rome werden ingevoerd (o.a. Asklepios te Rome). Vooral in de Keizertijd werden orakels geconsulteerd om de toekomst te kennen, ook door het gewone volk.

De wijziging in de tijdsgeest was daaraan niet vreemd. Toch kenden de Romeinen tijdens de Republikeinse periode de orakels en vooral verzamelingen van orakelspreuken. Vanaf de Tweede Punische Oorlog trachtte de senaat verzamelingen van orakels aan te leggen. Om bepaalde misbruiken uit te roeien en nefaste gevolgen van bevoordeelde raadpleging te voorkomen zou Augustus tweeduizend boeken met voorzeggingen, waarvan de betrouwbaarheid niet vaststond, hebben doen verbranden. Orakelplaatsen bij tempels, even belangrijk als in de Griekse wereld, zijn er in Italië niet geweest. Wel was er in Cumae, onder de tempel van Apollo, de grot van de Sibylla en in Praeneste stond een bekende tempel van Fortuna, waar een orakel verkregen kon worden door middel van het lot (sortes). Bij raadpleging greep men in een hoop tabletten met bepaalde profetische teksten, die te voren door een kind werden geschud en gedraaid.

De goden Faunus (zie Lupercalia) en Carmentis (zie Feesten in Rome) werden geacht profetische gaven te bezitten. In de tempel van Faunus te Tibur gaf de godheid zijn orakel door middel van dromen (incubatio), waarbij men moest slapen in de huid van een pas geslacht schaap.

Andere vormen van voorspellingen waren van Etruskische herkomst, b.v. het schouwen van de ingewanden (zie Haruspex) van offerdieren, de vogelwichelarij (zie Auspicium) en de waarneming van de bliksem (disciplina fulguralis). Ook het interpreteren van allerhande prodigia, wonderlijke, tegennatuurlijke tekenen van alle aard, b.v. miskraam of gedrochtelijke geboorte, zonsverduistering, onnatuurlijke gedragingen van dieren, allerhande opvallende natuurverschijnselen, kan hierbij vermeld worden. Voor de interpretatie hiervan stelde de Romeinse staat speciale priestercolleges, b.v. augures, haruspices (zie Divinatio) aan.

Nawerking: De verschijning te Kallista, roman door R. Brulez, Amsterdam 1953.

< >