Mithridates VI Eupator - Koning van Pontos (120-63 v.C.). Bij de dood van Mithridates V in 120 werd het rijk verdeeld tussen de weduwe van de koning, Laodikè, Mithridates zelf en zijn broer Chrestos. Mithridates verliet echter het koninklijk paleis en ging zeven jaar lang in de bossen leven om zich lichamelijk en geestelijk te oefenen. Daarna keerde hij terug naar het paleis, liet zijn moeder in de gevangenis werpen en regeerde met zijn broer tot hij deze in 111 liet vermoorden. Hij viel overal op door zijn zeer grote gestalte en zijn sterk gestel. Door het systematisch innemen van kleine hoeveelheden gift hardde hij zijn lichaam hiertegen. Beschaving bezat hij niet veel, doch hij sprak eenentwintig talen, en bevorderde de verspreiding van de Griekse cultuur in zijn land. Met de hulp van Griekse officieren veroverde hij alle havensteden langs de kust van de Zwarte Zee, evenals het Rijk van Bithynië, door hier koning Nikomedes III te verdrijven (90 v.C.). Deze laatste werd echter door Rome gesteund. De senaat stuurde M. Aquilius naar het oosten, om de rehabilitatie van Nikomedes III te eisen. Deze laatste, geholpen door Rome, wilde Pontos binnenvallen. Een rechtstreekse oorlog tussen Rome en Mithridates was onvermijdelijk. Gedurende vele jaren zouden deze twee staten elkaar beoorlogen. Men pleegt deze oorlog in drie zgn. Mithridatische Oorlogen in te delen.
Eerste Mithridatische Oorlog. De Romeinse vloot in de Zwarte Zee werd vernietigd. Hetzelfde lot ondergingen de legers van Nikomedes III en van Aquilius, respectievelijk in de vallei van de Anias en bij Proton Pachion (ligging onbekend). Het gevolg van deze overwinning was dat Mithridates Bithynië, Noord-Frygië en Mysië in zijn macht kreeg. Toen kwam het fatale moment: in Ephesos ondertekende hij een besluit waarbij bepaald werd dat alle Italici in Klein-Azië gedood moesten worden. Het gevolg hiervan was een bloedbad, waarbij 80.000 mannen, vrouwen en kinderen omkwamen.
Door dergelijke successen wist hij de Griekse wereld op zijn hand te krijgen, en hij wierp zich op als de ‘bevrijder van de Griekse wereld’. De sofist Aris- tion vroeg persoonlijk aan Mithridates om Griekenland van het Romeinse juk te komen bevrijden. De door Mithridates gestuurde vloot kwam te laat om Athene te redden, dat belegerd werd door de troepen van Sulla. In 86 v.C. stuurde Mithridates een nieuw leger van 80.000 man, doch dit werd verslagen door dezelfde Sulla, eerst bij Chaironea, later bij Orchomenos. Na deze tegenslagen verkoos Mithridates zijn tijd af te wachten en sloot vrede met Sulla in 85 v.C. De vrede van Dardanos bepaalde dat Mithridates Bithynië en Kappadokië moest teruggeven, en hij kreeg een oorlogsschatting te betalen van 2000 talenten. Sulla liet in Azië Licinius Murena achter met de functie van propraetor.
Tweede Mithridatische Oorlog. Mithridates organiseerde zijn leger, en Murena, die vond dat deze voorbereidingen tegen Rome gericht waren, voerde een reeks van razzia’s uit tegen de gebieden van Mithridates. Deze laatste diende te Rome een klacht in en de daden van Murena werden gedesavoueerd. Hij werd gedwongen naar Rome terug te keren. In 78 stierf Sulla. Mithridates maakte van de gelegenheid gebruik om zijn schoonzoon Tigranes op de troon van Kappadokië te zetten.
Derde Mithridatische Oorlog. De aanleiding voor deze oorlog was de dood van Nikomedes III. De Romeinse senaat verklaarde dat deze koning zijn land door een testament aan Rome had overgemaakt. Mithridates beschouwde dit als een oorlogsverklaring. De proconsul van Bithynië, M. Aurelius Cotta, werd verslagen te land en ter zee bij Byzantion, toen Mithridates deze provincie binnenviel in het begin van 73 v.C. Maar de proconsul van Kilikië, L. Licinius Lucullus, wist Mithridates, toen hij de stad Kyzikus aanviel, in te sluiten, met het gevolg dat deze moest vluchten. Een totale overwinning behaalde Lucullus op zijn rivaal bij Kabira in 71 v.C. Mithridates vluchtte naar zijn schoonzoon Tigranes in Armenië. De Romeinen veroverden Pontos stad na stad. Na Kabira eiste Lucullus de uitlevering van Mithridates. Tigranes weigerde. In het begin van 69 v.C. besloten Mithridates en Tigranes de handen in een te slaan, maar de hoofdstad Tigra- nocerta werd door Lucullus belegerd, die een aanval van Tigranes in zijn rug wist af te slaan, en de stad innam. In de herfst van 68 v.C. nam Lucullus de stad Nisibis aan de Eufraat in. De troepen van Lucullus waren de strijd beu. Geen van zijn veroveringen had een blijvende waarde. Tenslotte ontaardde de onwil van de Romeinse troepen in een echte muiterij aan de Halys (67 v.C.). Toen werd door de lex Manilia de leiding in de oorlog tegen Mithridates in handen gelegd van C. Pompeius, met de steun van Cicero door diens redevoering De Imperio Cn. Pompeii oratio. In een campagne van enkele maanden vernietigde Pompeius de vijandelijke troepen en aanvaardde de onderwerping van Tigranes. Mithridates sloeg op de vlucht. Door iedereen in de steek gelaten, moest hij tenslotte een toevlucht zoeken in de Krim. Hij vatte het plan op via het noorden de Balkan en Italië binnen te vallen, maar zijn zoon Pharnaces weigerde deel te nemen aan een dergelijk avontuur. De man, die zich de ‘koning der koningen’ had laten noemen, zag zich gedwongen zich in 63 v.C. door zijn lijfwacht te laten doden.
Nawerking: Mithridate (1673), tragedie door de Franse auteur Jean Racine (1639-1699); La mort de Mithridate (1635), tragedie door La Calprenède (1613-1663); Mithridate (1678), drama door Nathaniel Lee (1655-1692); Mithridates Eupator (1708), melodrama door de Italiaanse componist Alexandro Scarlatti (1660-1725); Mithridates, opera door Antonio Caldara (1670-1736); Mithridate (1738), opera door de Italiaanse componist Niccolo Porpora (1686-1768); Mithridate (1746), opera door de Portugese componist Domenico Terradellas (1713-1751); Mitridate, Re di Ponto (1770), opera door de Oostenrijkse componist Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) naar een libretto van Cigna-Santi.