Minerva

betekenis & definitie

Minerva - Romeinse godin van de wijsheid en het verstand, de gedachten, kunst, wetenschap en algemene arbeid (zie Athena). Ze behoorde tot de Etruskische godentrias, Iupiter, Iuno en Minerva, die met de inwijding van de grote tempel van Iupiter Optimus Maximus op de Capitolinus in 509 v.C. in Rome aanvaard werd. Minerva had deze voorkeur vooral te danken aan haar vereenzelviging met de Griekse Pallas Athena. Haar grote feestdag viel op 19 maart, de inwij- dingsdag van haar belangrijkste tempel te Rome op de Aventinus. Een beeld van Minerva uit Falerii, in het zuiden van Etrurië, werd naar Rome overgebracht in 241 v.C. naar een nogal bescheiden tempeltje op de Caelius. Beschouwd als de geboortedag van Minerva viel haar feest samen met het Quinquatrus ter ere van Mars op 19 maart. De eigenlijke bedoeling van de Quinquatrus was reeds in de 2e eeuw v.C. vergeten geraakt. Daarom vierde men in plaats daarvan een groot Minerva-feest dat vijf dagen duurde, van 15 tot 19 maart, al bleven de Saliërs op de 19e nog verder doorgaan met het feest voor Mars. Het was een feest voor werklieden van alle slag, artsen (Minerva medica had haar tempel op de Esquilinus), schoolmeesters en leerlingen. Trouwens, de onderwijzers ontvingen van hun leerlingen op deze dag een geschenk (minerval). Op dezelfde dag, 19 maart, vonden er nog lange tijd gladiatorengevechten in het Circus Maximus plaats, wat schijnt te wijzen op het feit dat Minerva ook als oorlogsgodin werd beschouwd. Trouwens, ook Rome beweerde een Palladium te bezitten dat in de tempel van Vesta bewaard bleef. Een tweede maar minder belangrijk Quinquatrusfeest, haar ter ere, viel op 13 juni.