Gepubliceerd op 20-09-2017

Mars

betekenis & definitie

Mars - God van de oorlog. De god, naar wie de maand maart werd genoemd, was evenals Iupiter over heel Italië bekend, doch minder bij de Etrurii. Hij was vooral de oorlogsgod van de stammen van Midden-Italië, de Sabini en de Osei. Hoewel de aard van deze godheid op verschillende wijzen wordt geïnterpreteerd, blijkt hij toch oorspronkelijk meer te zijn geweest dan alleen de krijgsgod, die voor de overwinning zorgt. Hij was de beschermer van het jonge leven in de ontwakende natuur. Hem werd nu en dan een heilige lente, ver sacrum, gewijd, waarin de eerstelingen van de vruchten werden opgedragen, alsmede de jonge dieren, die in maart en april geboren werden.

Volgens de Romeinse mythologie was Mars als zoon van Iupiter en Iuno op 1 maart geboren. De voornaamste cultusplaatsen waren de Regia op het Forum en het Capus Martius, het Marsveld, buiten de stadmuren, waar hij zijn altaar had: ara Martis in Campo. Hier vierde men het Lustrum, de reinigingsceremonie na de census, de vijf jaarlijkse volkstelling. De heilige offerdieren, suovetaurilia, werden driemaal rond het verzamelde leger gedragen. Een zelfde ceremonie vond plaats bij de Ambarvalia.

De Romeinen vereerden Mars in de vorm of het symbool van een lanspunt, die samen met de heilige schilden (ancilia) en de heilige lansen (hastae Martis), in een kapel van de Regia, het Sacrarium Martis, werd bewaard. Zijn voornaamste feesten werden gevierd tussen eind februari en oktober (zie Feesten in Rome).

In de loop van de eeuwen kreeg Mars nog andere cultusplaatsen, doch alle lagen buiten het pomoerium; zo b.v. een tempel bij de ara in Campo, waarvan op 23 september het inwijdingsfeest werd herdacht. Op 1 juli 388 v.C. werd hem een tempel toegewijd bij de Porta Capena, ten zuiden van Rome. In 138 v.C. werd de tempel bij de ara Martis op het Marsveld ingewijd. Ook op de Mons Palatinus had Mars nog een tweede kapel, in de Curia Saliorum, het ambtsgebouw van de Saliërs, waarnaar de heilige schilden werden overgebracht.

De meeste plechtigheden ter ere van Mars werden geleid door zijn voornaamste priester, de Hamen Martialis. Van lieverlede en in vele opzichten werd Mars gelijkgeschakeld met de Griekse Ares.

Aan het einde van de Republiek en tijdens het principaat van Augustus kende de eredienst van Mars een nieuwe uitbreiding, nu ook binnen de oude stadsmuren. I. Caesar maakte van Mars en Venus het godenpaar tot wie hij zijn stamboom liet opklimmen. De dienst werd ondergebracht in de tempel van Venus Genetrix, die hij op zijn forum, het Forum Caesaris, liet bouwen. Venus, moeder van Aeneas, en Mars, vader van Romulus bij Rhea Silvia, vormden sedertdien het godenpaar dat de meeste belangstelling en verering genoot.

Zij waren ook de belangrijkste goden in de tempel van het Pantheon, dat in 27 v.C. werd ingewijd, nadat deze op last van M.V. Agrippa was voltooid. Op de Capitolinus liet Augustus zelf een ronde tempel bouwen ter ere van Mars Ultor, de god die de moord op zijn adoptievader I. Caesar gewroken zou hebben. Hij werd in 20 v.C. ingewijd ter gelegenheid van de teruggave van de buitgemaakte legioenstandaarden door de Parthen. Doch de grote tempel, gebouwd op het Forum van Augustus, ingevolge een gelofte uit 42 v.C. afgelegd in de strijd tegen de moordenaars van Caesar, nl. Brutus en Cassius, werd ingewijd op 1 augustus 2 v.C. Deze tempel werd toen het centrum van de eredienst van Mars Ultor. De herdenking van de inwijding ging gepaard met jaarlijkse spelen, zoals de Ludi Martiales, die plaats hadden op 12 mei.

Nawerking: Mercurio e Marte (1628), muziekdrama door de Italiaanse componist Claudio Monteverdi (1567-1643).

< >