Gepubliceerd op 18-09-2017

Hades

betekenis & definitie

Hades - (Lat.: Pluto) Zoon van Kronos en Rheia, dus broer van Zeus en Poseidon. Van plaatselijke doodsgod in Elis werd hij door de Homerische epen de algemene goddelijke heerser over de onderwereld.

Zijn echtgenote was Persephonè (Lat.: Proserpina) de dochter van Demeter, die hij had geroofd en ontvoerd. In zijn onderaardse rijk verbleven de Erinyen, de wraakgodinnen, en de goden Thanatos (de dood) en Hypnos (de slaap). Zijn rijk zelf werd ook Hades genoemd, naast andere benamingen als Tartaros, Erebos of Orkos. Door het dodenrijk stroomden de rivieren Styx, Acheron en Lethe. Aan de ingang van de onderwereld hield de hellehond Kerberos de wacht. In het dodenrijk zelf verbleven de schimmen van de overledenen, waar de rechters Minos, Aiakos, Rhadamanthos en Triptolemos recht spraken. In bepaalde mythen was de Hades ook de plaats waar bepaalde vergeldingsstraffen uitgevoerd werden, vooral straffen opgelopen wegens vergrijpen jegens de goden van de Olympos, zoals b.v. Tantalos, Sisyphos, de Danaïden enz.