Aegina - Grieks eiland in de Saronische Golf, ten zuiden van Attika, op een afstand van 20 zeemijlen van de haven van Piraeus. Het eiland ontleent zijn naam aan de nimf Aegina, moeder van de held en koning Aiakos. De hoofdstad met dezelfde naam ligt in het noordwestelijk deel van het eiland in een zeer vruchtbare vlakte. In de oudheid was het een belangrijke haven.
De twee belangrijkste tempels waren die van Apollo, opgericht rond 500 v.C. in het centrum, en die van Aphaia (volgens sommige bronnen van Athena) in het noordoosten, die enkele jaren later gereed kwam. Reeds voor de inval van de Doriërs, omstreeks 1000 v.C., was Aegina welvarend, dankzij de handel overzee. In de volgende eeuwen kwam aan deze handelsbedrijvigheid een einde, doch in de 6e eeuw was Aegina weer de grote en onmiddellijke concurrent van Athene. Omstreeks 620 v.C. had Aegina als eerste een muntstelsel ingevoerd. Dit was door Athene aanvankelijk overgenomen, maar door Solon in het begin van de 6e eeuw door dat van Euboia vervangen.
Aegina was ook een belangrijk centrum voor de beeldhouwkunst, zoals blijkt uit de teruggevonden beelden uit de gevel van de tempel van Aphaia. Bij het begin van de Perzische Oorlogen op het Griekse vasteland was Aegina in een oorlog met Athene gewikkeld, waardoor Themistokles erin slaagde de bouw van een grote vloot door het volk te doen aanvaarden. Deze vloot kon dan tegen Aegina gebruikt worden.
In 480 v.C. echter, in de slag van Salamis, stond Aegina met 40 schepen aan de zijde van Athene tegen de Perzen, omdat het daarin zijn belang zag. Na ongeveer 20 jaar begonnen opnieuw de vijandelijkheden en in 457 werd Aegina bezet, nadat het door zijn bondgenoot Sparta in de steek was gelaten, en het moest een zware schatting aan Athene betalen.
Bij het begin van de Peloponnesische Oorlog, in de winter van 431 v.C., werd Aegina door de Atheners verwoest en de bevolking verdreven. Aegina werd door Atheense klerouchen gekoloniseerd (zie Klerouchie). Eerst na de nederlaag van Athene in 404 v.C. kwam wat er nog overbleef van de Aegineten naar het eiland terug, doch van een wederopstanding was geen sprake meer.
In 133 v.C. werd het eiland door Rome in de provincie Achaea opgenomen. Voor Homeros was Aegina het vaderland van de Myrmidonen, die onder leiding van hun koning Achilleus gerekend werden tot de helden in de Trojaanse Oorlog.
