Gepubliceerd op 21-09-2017

Piraeus

betekenis & definitie

Piraeus - Kleine kaap op ca. 6 km afstand van de stad Athene, met een van de landzijde afgesloten haventje, de Kantharos, of grote haven aan de westkant en de kleine rede van Zea en Munichia aan de oostkant. De betekenis hiervan was geweldig toegenomen, toen bleek dat de oude rede van Phaleron niet meer voldeed. Toen Thernistokles in 493-492 v.C. tijdens zijn archontaat met de uitwerking van zijn vlootpolitiek begon, liet hij de Piraeus versterken en wenste zelfs een nieuw Athene te vestigen en de bevolking van de stad daarheen over te brengen. Doch de Atheners zijn hem hierin niet gevolgd, al hebben zij tenslotte toch zijn vlootpolitiek aanvaard. Met het oog hierop werd de Piraeus uitgebouwd als een militaire haven, met dokken en scheepshuizen, versterkingen aan de invaart zelf, waarvan de toegang door zware ketens afgesloten kon worden. Na de verwoesting van de haven en de stad in 480 v.C. door de Perzen werd aan de wederopbouw gewerkt en werd de haven uitgebreid, nu ook voor een handelsvloot. De idee om van het Piraeus-complex de nieuwe hoofdstad te maken dook weer op, doch de traditie won het.

In 460 v.C. werd heel het gebied van de Piraeus met de opgebouwde stad Athene tot één complex verenigd door de aanbouw van de Lange Muren. Vanaf de oude rede van Phaleron, ten oosten, werd een muur opgetrokken tot aan de stad Athene, dat ook aan de westzijde verbonden werd met een muur tot aan de westkant van de Kantharos, de grote haven van de Piraeus. Enkele jaren later deed Perikles een beroep op de architect Hippodamos van Milete om een gedeelte van het havengebied aan te leggen volgens nieuwe plannen. Dit gebeurde volgens een systeem dat herinnert aan een schaakbord. Naast de scheepstimmerwerven, de dokken en de scheepshuizen, die als loges uit de rotswanden werden gehouwen, als boven elkaar liggende verdiepingen, waarin de triremen en het takelwerk, masten en roeispanen opgeborgen konden worden tijdens de wintermaanden, bouwde Hippodamos graansilo’s, opslagplaatsen, magazijnen, handelskantoren en -beurzen.

In 445 v.C. werd er tussenin een derde Lange Muur opgetrokken op minder dan 200 m van de westelijke muur, zodat de muur tussen Phaleron en Athene minder belangrijk werd.

Bij de eigelijke Piraeushaven en de werven werd een kaai aangelegd, waar de Raad of Boulè vergaderde, wanneer er zaken in verband met scheepsbouw of haveninstallaties op de dagorde stonden. Ook de Ekklesia vergaderde hier, in het tempeldomein van Dionysos voor het behandelen van dergelijke zaken.

De Lange Muren werden grondig verwoest in 404 v.C. na de nederlaag van Athene in de Peloponnesische Oorlog, doch bij de eerste gelegenheid werden ze weer opgebouwd door Konon in 394-393 v.C. Aan het einde van de 4e eeuw was er in de Piraeushaven plaats voor meer dan 370 schepen.

Vernield en weer opgebouwd in de 3e en 2e eeuw v.C. werden de Lange Muren definitief verwoest door Sulla in 87-86 v.C. tijdens de Mithridatische Oorlog.

Brokstukken van de Lange Muren behoren nog tot de bezienswaardigheden van Athene, alsook de resten van scheepsloges (neoosoikoi) en een paar theaters.