Tibet is een hooggelegen land in Midden-Azië, dat tegenwoordig bij China behoort. Het wordt wel eens ‘het dak van de wereld’ genoemd.
Die naam is niet slecht gekozen : Tibet immers bestaat voor het grootste gedeelte uit hoogvlakten, die meer dan 4000 m boven de zeespiegel liggen.Tibet ligt ingesloten tussen de bergketens van de Himalaja en het Kwenloengebergte. De bewoonde gebieden van het land liggen voornamelijk in de valleien van het zuiden. Het grootste gedeelte van de Tibetaanse bevolking bestaat echter uit herders, die vaak nog een nomadenbestaan leiden. Ze fokken voornamelijk yaks, die hun niet alleen voedsel verschaffen maar ook kleding. Bovendien is de yak een uitstekend lastdier. Slechts in enkele bergdalen is de bodem geschikt voor landbouw of zijn de weilanden zo rijk, dat er koeien of schapen op gehouden kunnen worden.
De Tibetanen behoren tot het Mongoolse ras en zijn praktisch allen aanhangers van de lama-godsdienst: een bijzondere vorm van het Boeddhisme. Sinds de 17e eeuw werden de Tibetanen geregeerd door hun geestelijk en wereldlijk leider: de Dalai-Lama, die ze beschouwden als de opnieuw mens geworden Boeddha. De Dalai-Lama resideerde in de Tibetaanse hoofdstad Lhasa.
In 1959 poogden communistisch-gezinde Tibetanen tegen het gezag van de Dalai-Lama in opstand te komen. De revolutie mislukte maar was voor het naburige China aanleiding in te grijpen. De Chinezen steunden een lager geplaatste lamaleider, de Pantsjen-Lama, in zijn greep naar de macht en dwongen aldus de Dalai-Lama zijn heil te zoeken in een vlucht naar India. Sindsdien is Tibet praktisch ingelijfd bij communistisch-China. Over de tegenwoordige toestand in Tibet is heel weinig bekend. We weten slechts, dat er enkele wegen zijn aangelegd en dat duizenden Chinese kolonisten zich in het barre, onherbergzame land hebben gevestigd.