De ruim 600.000 inwoners van de Zuidhollandse hoofdstad ’s-Gravenhage (of: Den Haag) beseffen voor het merendeel heel goed, dat hun woonplaats in Nederland een bijzondere positie inneemt. Op feest- en rouwdagen herinneren buitenlandse vlaggen op tientallen ambassades en legaties eraan, dat ’s-Gravenhage het politieke centrum van het land is; de auto’s van ministers en kamerleden (een alledaags verschijnsel in de Haagse straten) onderstrepen dat nog eens en het komt op heel bijzondere wijze tot uitdrukking op ‘Prinsjesdag’, de derde dinsdag in september, als de Koningin de zitting van de Staten-Generaal officieel opent met de Troonrede en al de pracht en praal van de monarchie zich voor de ogen van de Hagenaars ontrolt.
Als ‘centrum van Nederland’ wedijvert Den Haag met Amsterdam. Evenals in de hoofdstad zijn in ’s-Gravenhage de hoofdzetels gevestigd van een groot aantal Nederlandse industrieën en handelsfirma’s en van de dochterondernemingen van buitenlandse bedrijven in Nederland. Om daarvan een voorbeeld te noemen: Den Haag herbergt de Nederlandse hoofdkantoren van niet minder dan 30 olieindustrieën!
Ook in ouderdom hoeft ’s-Gravenhage nauwelijks onder te doen voor Amsterdam. De stad ontstond rondom het kasteel, dat Graaf Willem II hier in 1248 liet bouwen en dat de kern werd van het tegenwoordige Binnenhof. Dit Binnenhof is het staatkundige middelpunt van Nederland; hier ligt namelijk niet alleen de beroemde Ridderzaal, die tegenwoordig de Troonzaal is van het Nederlandse vorstenhuis, maar ook de vergaderzalen van de Eerste en Tweede Kamer.
Van oudsher is ‘s-Gravenhage ook de stad geweest voor internationale ontmoetingen, die binnen de Nederlandse grenzen plaatsvonden. Symbool hiervan is het Vredespaleis, dat tussen 1907 en 1913 gebouwd werd en dat o.m. de zetel is van het Internationale Hof van Justitie.
Omdat Den Haag het politieke centrum van Nederland is, zijn in deze stad ook de ambassades en legaties van buitenlandse mogendheden gevestigd. Diplomaten uit bijna alle landen van de wereld doen hier hun werk, wandelen door de Haagse parken en straten, dineren in Haagse restaurants en bezoeken de Haagse schouwburgen en concertzalen - voorzover ze daar tijd voor vinden.
In verband met haar rijke geschiedenis bezit de stad ook verscheidene historische gebouwen. Enkele ervan zijn het oude stadhuis in Renaissancestijl (1564), het Mauritshuis (1633), het Paleis Noordeinde (1640), de Koninklijke Bibliotheek (1798; een verzameling van meer dan 800.000 boeken), het reeds genoemde Vredespaleis en de St. Jacobskerk, die een carillon bezit van 51 klokken: het grootste van Nederland.
Den Haag is een grote en belangrijke industrieplaats. De voornaamste produkten ervan zijn glas, chemische produkten, kleding, luxeartikelen, metaalprodukten en voedingsmiddelen.