Zal een pasgeboren kind in goede welstand opgroeien, rijk worden of uitmunten door wijsheid? Zal een nieuwe onderneming voorspoedig eindigen? Welke belangrijke gebeurtenissen staan ons in de toekomst te wachten?
De mens heeft altijd gezocht naar antwoorden op zulke interessante vragen. In het verleden (en ook tegenwoordig nog) dacht men die antwoorden te kunnen krijgen van sterrenwichelaars, die het lot van de mens meenden te kunnen lezen uit de stand van de sterren. De bewoners van het oude Griekenland hadden een andere oplossing: ze wendden zich tot hun orakels.
In een orakeltempel zetelde een priester of een priesteres, die verondersteld werd op belangrijke vragen antwoord te krijgen van de goden. Bij het orakel van Zeus in Dodona (noord-Griekenland) vernam de dienstdoende priester dat antwoord uit het gefluister van de eikebladeren, waarin hij de stem van de oppergod beluisterde. Het beroemdste orakel van de Grieken was het orakel van Apollo in Delphi. Daar bevond zich een priesteres, die plaatsnam hij een spleet in de rotsen. Uit die spleet stegen geheimzinnige dampen op, die door de vrouw' werden ingeademd. Op dat moment, zo veronderstelden de Grieken, hoorde zij het antwoord van de god Apollo op de gestelde vragen. Het orakel van Delphi werd niet alleen geraadpleegd door de Grieken maar ook door duizenden, die van heinde en verre naar die plaats toestroomden, om zich daar bijvoorbeeld de uitspraak van het orakel van Zeus te laten uitleggen!
In de meeste gevallen werden de orakels zo druk bezocht en geraadpleegd, dat de priesters en priesteressen uitstekend op de hoogte waren met de gang van zaken in de wereld van die tijd. Soms gaven ze hun bezoekers wijze raad, die gemakkelijk te begrijpen was. In de meeste gevallen echter waren de uitspraken van de priesters ware puzzles, die op verschillende wijzen konden worden uitgelegd. Als bijvoorbeeld een koning van plan was een oorlog te beginnen en het orakel raadpleegde over zijn overwinningskansen, luidde het antwoord heel dikwijls: ‘Er zal een koninkrijk veroverd worden’. De verheugde koning begreep daar meestal uit, dat hij het land van zijn tegenstander zou veroveren. Maar als hij de veldtocht verloor en zijn eigen rijk ten onder zag gaan, kon hij het orakel moeilijk verwijten, dat het onwaarheid had gesproken! Gewoonlijk was het dan ook zó, dat de voorspellingen van het orakel altijd uitkwamen onverschillig wat er gebeurde!