Het woord ‘orang oetan’ stamt uit het Maleis; het betekent ‘bosmens’. De orang oetan behoort tot de familie der mensapen en komt uitsluitend voor op de Indonesische eilanden Sumatra en Borneo.
Het dier is ongeveer anderhalve meter hoog; komt in hoogte (de lichaamsomvang is vele malen meer!) dus overeen met een kind van 10 jaar. De orang oetan is een van de apen, die in allerlei opzichten sterk op de mens lijkt. Het dier heeft een vlak gezicht, een hoog voorhoofd, een tanige huid, een dunne roodbruine vacht en bijna menselijke oren. Zijn voorpoten zijn zo lang, dat ze de grond raken wanneer het dier zich rechtopgaande verplaatst; meestal echter beweegt hij zich zwaaiend door de bomen. De orang oetan bewoont de dichte bossen van zijn gebied en ontloopt de mens zoveel mogelijk. Men moet de orang oetan niet verwarren met de gorilla, die veel groter is (tot twee meter) en die de vochtige wouden van tropisch Afrika bewoont. De gorilla heeft lang, zwart haar en een afgeplat schedeldak, dat zich voortzet in een vooruitgestoken gezicht met naar voren springende kaken.