De meeste grote steden bezitten tegenwoordig een luchthaven. De vorm van zo’n haven kan verschillend zijn maar alle hebben ze start- en landingsbanen, hangars, een verkeerstoren, reparatie- en onderhoudsruimten, kantoren en een ruimte waarin de passagiers kunnen wachten op het vertrek van hun vliegtuig.
Omdat vliegtuigen tegen de wind in moeten landen en opstijgen, heeft elke luchthaven verscheidene landingsbanen, die alle in verschillende richtingen liggen. Slechts een paar luchthavens maken daarop een uitzondering. Zo bezit de Albert Plesman Luchthaven op Curacao slechts een startbaan. Dat is voldoende, omdat op Curacao de wind praktisch altijd uit dezelfde richting waait. ’s Nachts zijn de landingsbanen van een luchthaven aan beide zijden zo verlicht, dat ze uit de lucht duidelijk zichtbaar zijn.
Hangars zijn eigenlijk garages voor vliegtuigen. Het terrein voor deze hangars bestaat uit beton of asfalt, zodat de vliegtuigen er warm kunnen draaien voordat ze zich naar de startbaan begeven.
Het verkeer in de lucht in de huurt van een luchthaven wordt geregeld door de verkeersleiders, die zich in de verkeerstoren bevinden. Ze hebben voortdurend kontakt met de vliegtuigen, die de luchthaven naderen of er zojuist van zijn vertrokken. De verkeersleider dirigeert de vliegtuigen naar de juiste landings- of startbaan of houdt ze in de lucht tot er ruimte genoeg is om te landen.
De passagiers wachten op hun vertrek in de wachtkamers of restaurants van de luchthaven. Voor ze daar aankomen moeten ze langs allerlei douane- en politieloketten om de benodigde grensformaliteiten te vervullen. Voor de wachtruimte ligt gewoonlijk een groot platform waar de passagiers kunnen instappen. Van dat platform begeven de vliegtuigen zich al taxiënd naar de veel verder gelegen startbaan.
Op een belangrijke luchthaven heerst altijd een boeiende activiteit. Er worden tickets verkocht en meteorologische waarnemingen gedaan; er wordt gesleept met bagage en met vracht voor alle delen van de wereld; er worden maaltijden bereid, die later in het vliegtuig worden opgediend en voortdurend worden de vliegtuigen gecontroleerd door een legertje vliegtuigmonteurs. Aan het vertrek van één vliegtuig komen minstens vijftig mensen te pas, waarvan de meesten op de luchthaven werken. Nederland heeft twee belangrijke luchthavens. Schiphol is de grootste; van deze Amsterdamse luchthaven worden vluchten uitgevoerd naar alle delen van de wereld. De Rotterdamse luchthaven Zestienhoven is pas na de oorlog tot bloei gekomen; van dit vliegveld uit worden vooral verbindingen in Europa onderhouden.