John Fitzgerald (1917-1963) Op 22 november 1963 maakte een verraderlijk schot uit het telescoopgeweer van een sluipmoordenaar een einde aan het leven van een zeer jong, zeer veelbelovend Amerikaans staatsman: John F. Kennedy, de 35e president van de Verenigde Staten van Amerika.
Verdacht van de moord werd de Amerikaan Lee Oswald gearresteerd. Zijn schuld kon echter nimmer worden vastgesteld; hij werd enkele dagen na zijn vermoedelijke daad op zijn beurt neergeschoten door een opgewonden nachtclubeigenaar. President Kennedy werd vermoord in Dallas, de hoofdstad van de zuidelijke staat Texas. Juist in het zuiden woonden de felste tegenstanders van Kennedy, die na een aantal bloedige rassenrellen eens en voorgoed besloten had in zijn land gelijke rechten in te voeren voor negers en blanken.Kennedy, die in 1960 president werd na een felle verkiezingsstrijd met de republikein
Richard M. Nixon, heeft in de korte periode van zijn bewind grote dingen tot stand gebracht, met name in de buitenlandse politiek. Het was voornamelijk te danken aan hem en aan de energieke, jonge medewerkers, waarmee hij zich omringd had, dat er een opmerkelijke verbetering tot stand kwam in de verhouding tussen het vrije westen en de landen van het communistische blok onder leiding van Rusland. Die verbetering brak pas door na een zeer ernstige crisis. In oktober 1962 ontdekten de Amerikanen, dat de Russen op het communistisch geregeerde eiland Cuba (dicht onder de Amerikaanse kust) raketten hadden geïnstalleerd. Kennedy greep onmiddellijk in, o.a. met een blokkade van Cuba en voorbereidingen voor een invasie.
De gehele wereld leefde vijf dagen lang in spanning en in vrees voor een nieuwe oorlog. Toen liet de Sowjetrussische premier Kroetsjef blijken, dat hij zich verslagen wist door de jonge Amerikaanse president, die hij geprobeerd had te overbluffen. Hij liet de raketten van Cuba weghalen en toonde zich een verrassend goed verliezer.
Na die crisis trad er in de verhouding oostwest een geheel nieuwe toestand in; men begon te zoeken naar mogelijkheden elkaar te verstaan en een einde te maken aan de voortdurende oorlogsdreiging. Het kernstopverdrag (geen atoomproeven meer) en de rechtstreekse telexlijn tussen Washington en Moskou waren van deze ontspanning de eerste resultaten. President Kennedy, die met behulp van zijn echtgenote Jacqueline ook gezorgd had voor een geheel nieuwe levensstijl op het Witte Huis, werkte in de binnenlandse politiek iets minder succesvol dan in de buitenlandse. Men verwachtte echter, dat hij voor de tweede maal proberen zou de presidentsverkiezingen te winnen om daarna deze achterstand in te lopen.
Die kans heeft hij niet gekregen. Hoezeer zijn persoon en zijn werk voor de wereld en de vrede gewaardeerd werden, bleek uit het afgrijzen, waarmee in de gehele wereld op de moord werd gereageerd. Kennedy werd volgens Amerikaans gebruik opgevolgd door zijn vice-president, Lyndon B. Johnson, die reeds enkele uren na de dood van zijn voorganger beëdigd werd.
Inmiddels zijn in alle landen ter wereld straten, pleinen, dorpen, luchthavens en scholen naar de vermoorde Amerikaanse president genoemd. De opmerkelijkste naamgevingen waren die van het Amerikaanse vliegveld Idlewild en van de raketbasis Cape Canaveral, die resp. omgedoopt werden in ‘John F. Kennedy-luchthaven’ en ‘Cape Kennedy’.