Het gebied van Azië, dat grenst aan het oostelijk deel van de Middellandse Zee, is verdeeld over verscheidene landen, die samen een ‘brug’ vormen tussen Europa en Midden-Azië en tussen dit laatste gebied en Afrika. In het verre verleden lagen deze landen op de route, waarlangs met lange kameelkaravanen specerijen uit het Verre Oosten naar Europa werden vervoerd.
Ook tegenwoordig zijn die landen nog van grote betekenis. Ze worden doorkruist door enkele belangrijke verbindingswegen; er liggen verscheidene grote vliegvelden en op hun grondgebied wordt olie gevonden, waarvan een groot gedeelte van de wereldindustrie afhankelijk is.Een van die belangrijke landen in het Nabije Oosten is Iran, dat vroeger Perzië werd genoemd. Iran is een droog, bergachtig land, waarvan de meeste bewoners, voorzover ze buiten de steden wonen, landbouwers of herders zijn. Bijna alle landbouwgronden in Iran moeten bevloeid worden om ze vruchtbaar te maken. De herders zijn praktisch allen nog nomaden, die met hun kudden meereizen op zoek naar weidegronden.
Teheran, de hoofdstad van Iran, is een grote stad. Het oude gedeelte heeft nog nauwe straatjes en steegjes en is bereikbaar door twaalf schilderachtige poorten. De stad is echter uitgebreid met een prachtig, modern gedeelte. De belangrijkste spoorlijn van het land loopt door Teheran en verbindt de kust van de Perzische Golf met die van de Kaspische Zee. Iran is rijk gezegend met een delfstof, die de moderne wereld niet missen kan: aardolie. Andere Iraanse exportprodukten zijn tapijten en huiden.
De voornaamste importgoederen van het land zijn kleding, suiker en machines. Hoewel het land een zeer oude geschiedenis heeft, is Iran als moderne natie nog erg jong. Ondanks snelle vooruitgang dankt het land zijn betekenis uitsluitend aan de olie, die binnen zijn grenzen wordt gevonden.