Birma is het land van tropische hitte en zware regenval; van olifanten, waterbuffels, rijstvelden en druipnatte oerwouden. Het ligt ten oosten van India aan de Golf van Bengalen.
Tot 1948 maakte het deel uit van het grote Britse Rijk; daarna werd het land zelfstandig. De grootste stad van Birma is Rangoon. Hoewel deze plaats meer dan 30 kilometer landinwaarts ligt, kunnen grote zeeschepen de haven gemakkelijk bereiken over de brede monding van de Irrawaddyrivier. Of liever gezegd: -over één van de armen, waarmee deze rivier uitmondt in zee. Birma’s tweede grote stad is Mandalay, bijna 70 kilometer naar het noorden.
De meeste bewoners van Birma wonen langs de grote rivieren of aan de kust. Het grootste gedeelte van de bevolking verdient zijn dagelijks brood met de visserij, de landbouw en (sinds kort) het werk in de olievelden. Rijst is een belangrijk exportprodukt; een andere Birmese specialiteit is het harde teakhout, dat door olifanten uit de bossen wordt gesleept en over de rivier naar de houtzagerijen wordt getransporteerd.
Birma was vooral tijdens de laatste wereldoorlog in het nieuws. De Japanners offerden duizenden gevangenen op aan de aanleg van de beruchte Birma-spoorweg; dezelfde weg, waarlangs de geallieerden grote oorlogsvoorraden naar China stuurden.