Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Willem Bentinck

betekenis & definitie

heer van Rhoon en Pendrecht, Ned. diplomaat, *17.10.1704 Schoonheed, ✝13.10.1774 Zorgvliet. Oudste zoon uit het tweede huwelijk van Hans Willem Bentinck, werd 1717 lid van de Hollandse ridderschap. 1732 door de keizer verheven tot graaf. 1737 gedeputeerde ter Staten-Generaal voor Holland.

Bentinck had een groot aandeel in de verheffing tot stadhouder van Willem iv (1747) en oefende grote invloed uit op diens beleid, zodat hij in 1748 de prominentste Ned. onderhandelaar was bij de Vrede van Aken. In de buitenlandse politiek voorstander van oriëntatie op Engeland en Oostenrijk tegen Frankrijk. Toen Frankrijk bondgenoot van Oostenrijk werd (1756, Renversement des alliances) werd hij voorstander van neutraliteit. Bestreed in de binnenlandse politiek de invloed van de Friese hofcabale onder→ Back en Gronsfeld. Onder stadhouder Willem v door de hertog van → Brunswijk-Wolfenbüttel, wiens aanstelling hij zelf bewerkt had, op de achtergrond gedrongen. Uitg.: Briefwisseling en aantekeningen van Willem Bentinck, Heer van Rhoon (2 dln. 1976, door C.Gerretson, P.Geyl en J.Heringa).Litt. W.C.van Huffel, W.Bentinck (1923).

< >