landstreek in het zuidoosten van de Ned. prov. Groningen.
Maakte zich 1498 van de stad Groningen los en werd een heerlijkheid, die 1538 door keizer Karel v in leen werd gegeven aan zijn stadhouder Schenk van Toutenberg: 1561 aan de graven van Aremberg. Na de verovering in de Tachtigjarige Oorlog door de Staten werd het als → generaliteitsland onder beheer van stad-houder Willem Lodewijk geplaatst. In 1617 kocht de Amsterdamse koopman Willem van den Hove de heerlijkheid van de weduwe van Karel van Aremberg, maar verkocht haar. daar de opbrengst van het bezit tegenviel, 1619 weer aan de stad Groningen.
Liitt. R.Fruin. Overzicht der staatsgeschiedenis van Westerwolde tot op zijn vereeniging met de xvn Nederlanden (1886): J.E.Muntinga, Het landschap Westerwolde (1945); P.J.van Winter, Westerwolde. Generaliteitsland (1948); P.J.van Winter. Willem van den Hove. Heer van Wedde en Westerwoldingerland.
Bellingwolde en Blijham (in: TvG 1961); S.van Wattum, Uit de historie van Westerwolde (in: Driemaand. BI. 1966); P.J.van Winter. Uit de gesch. van Westerwolde (in: Cult. Mbl. Groningen 1970): K.Meijer (red.). Uneswido in Westerwolde. Hist. gedenkb. ‘Onstwedde 1100' (1977).