Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Veemgericht

betekenis & definitie

(vrijgericht; Feme - straf), een soort landgerecht, in Westfalen in de Middeleeuwen ontstaan uit de grafelijke gerechten. De Westfaalse vrijgraven ontleenden hun rechtsmacht rechtstreeks aan de koning.

Daarom golden de veemgerichten als koninklijke gerechten of rijksgerechten, waarop zij de aanspraak grondden competent te zijn voor het gehele rijk. De veemgerichten behandelden vnl. criminele zaken, die met de dood gestraft konden worden. De vrijgraaf sprak recht volgens vonnis van de vrijschepenen. Werd de aangeklaagde veroordeeld. dan werd hij opgehangen of. wanneer het veemgericht hem niet in handen had. verveemd, wat inhield, dat alle vrijschepenen verplicht waren mee te werken om de verveemde te arresteren en te executeren. In later tijd ontaardden de veemgerichten. Hun macht eindigde feitelijk. toen in Duitsland tegen eind 15e eeuw een verbeterde strafrechtspraak werd ingevoerd.

De keizer gaf de bisschop van Utrecht 1361 het recht een vrijstoel in Salland en Twenthe op te richten. Pas 1421 maakte de bisschop gebruik van dit recht, richtte een vrijstoel op te Goor en stelde een vrijgraaf en 17 vrijschepenen aan. In 1357 gaf de keizer aan Reinout van Coevorden het recht om een vrijstoel op te richten in Coevorden en Drenthe: of de vrijgerichten te Goor en te Coevorden in werking zijn getreden, staat echter niet vast. Wel was dit het geval met de vrijstoel te Bredevoort in het oorspronkelijk tot Westfalen behoord hebbende deel van de Achterhoek, welke vrijstoel reeds 1292 wordt vermeld.Litt. R.W.Tadama, Gesch. van het veemgericht en van het latere Duitse Rijkskamergerigt in hunne betrekking tot Nederland (1857); K.Pagel, Die Feme des deutschen Mittelalters (1935): A.K.Homberg. Die Entstchung der Westfalischen Freigrafschaften (1953).

< >