Ned. landschap. het oostelijk deel van de prov. Overijssel.
Het gebied is eeuwenlang van de rest van de prov. geïsoleerd geweest door een lange strook venen en moerassen van Vroomshoop en Vriezenveen in het noorden tot Markelo in het zuiden. Tijdens de Karolingen (8e-9e eeuw) was het de pagus Tuianti: daarna een drostambt onder de bisschop van Utrecht (→ Overijssel). Een landbrief van 1365 van bisschop Jan V van Vimenburg regelde de rechtspraak. Lekenvergaderingen werden door de bisschop bijeengeroepen op de Markelerberg, een vroeg begin van de vorming der Staten. Tijdens de Noordned. Republiek was Twente het tweede kwartier van Overijssel, bestaande uit het landdrostambt Twente en het drostambt Haaksbergen.
Door de schaarste aan vruchtbare grond was Twente een arm gebied. In de 17e eeuw kwam de linnenindustrie tot bloei door de → fabrikeurs. die gebruik maakten van de goedkope arbeidskrachten. In de 18e eeuw ontstond een zelfstandige bombazijnindustrie (bombazijn, grove, half linnen, half katoenen weefsels). Toen met de afscheiding van België (1830) voor de Ned. Handel Mij. de grote leverancier van weefsels (nl. Gent en omgeving) verloren ging. moedigde zij de textielindustrie in Twente aan. daar de lonen er laag waren en er reeds veel huisnijverheid bestond.De grote opbloei kwam 1850 - 70. Enschede werd 1865 in het spoorwegnet opgenomen. Er werden niet alleen katoenen weefsels naar Indië geëxporteerd, maar ook naar Japan, China, Voor-Indië, de Levant en Turkije. Met de groei van de fabrieksmatige, mechanische industrie ontstond een Twents fabrieksproletariaat, dat in erbarmelijke omstandigheden leefde, waardoor vele sociale conflicten ontstonden. In 1918 kwam er een grote terugslag toen door de Eerste Wereldoorlog geen invoer van ruwe katoen plaatsvond (het grootste deel van de 26000 Twentse textielarbeiders was toen werkloos). De textielindustrie herstelde zich echter, tot in de jaren na 1960 de grote inzinking kwam en het ene bedrijf na het andere gesloten moest worden.
Litt. Z.W.Sneller. De Twentsche weefnijverheid omstreeks het jaar 1800 (in: TvG 1926); C.J.Snuif. Verzamelde bijdragen tot de gesch. van Twenthe (1930): J.A.P.G.Boot. De Twentse katoennijverheid 1830-73 (1935); J.J.van Deinse, Uit het land van katoen en heide (1953); A.J.H.Gietelink. Handel en verkeer in het oude Twente 1795 1820 (in: TvG 1956): J.A.P.G.Boot en A.Blonk.
Van smiet- tot snelspoel (1957): B.H.Slicher van Bath. Hist. ontwikkeling van de textielnijverheid in Twente (in: Textielhist. bijdr. 1960); H.D.Grobben. Sociale conflicten en sociale organisatie in de Twentse textielindustrie 1800-1912 (in: Textielhist. bijdr. 1970—71); G.J.M.Bartelink, Uit Twcntc's verleden (1973); J.E.van der Laan, Kleine historie van Twente (1976); L.A.Stroink, Stad en land van Twente (4e dr. 1977); A.L.van Schelven. Geschiedschrijving van Twente (in: Jb. Twente 1977).