Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Rorik

betekenis & definitie

Deens machthebber in Friesland, I tussen 876 en 882. Ontving 841 van keizer Lotharius I samen met zijn broer Harald grondgebied in leen, dat Zeeland met het eiland Walcheren en → Dorestad omvatte, waardoor hier een Deense heerschappij ontstond, die na de dood van Harald onder Rorik bleef voortbestaan.

Hij kwam in conflict met Lotharius, werd door deze gevangengenomen. ontsnapte echter en dwong Lotharius in 850 hem 'Dorestad en andere graafschappen' af te staan. Vermocdelijk beheerste hij Friesland tussen Maas en Vlie. Rorik. die christen werd, moest Dorestad herhaaldelijk tegen Deense rooftochten verdedigen, tot het 863 voorgoed ten onder ging. In 882 kwam zijn vroeger gebied aan → Godfried de Noorman.Litt.. W.Vogel. Die Normannen und das Frankische Reich (1906): I.H.Gosses. Deense heerschappijen in Friesland (1923: in: Verspr. Gesehr. 1946).