Wat is de betekenis van Rorik?

Rorik, Deens heerser in Friesland, +circa 876-882. Rorik ontving van keizer Lotharius een gebied in leen, dat Zeeland, Walcheren en Dorestad omvatte. De christen geworden Rorik moest → Dorestad herhaaldelijk tegen invallen van de vikingen verdedigen, evenwel zonder succes. In 863 ging het handelscentrum voorgoed ten onder. In 882 werd Roriks gebied...

Deens machthebber in Friesland, I tussen 876 en 882. Ontving 841 van keizer Lotharius I samen met zijn broer Harald grondgebied in leen, dat Zeeland met het eiland Walcheren en → Dorestad omvatte, waardoor hier een Deense heerschappij ontstond, die na de dood van Harald onder Rorik bleef voortbestaan. Hij kwam in conflict met Lotharius, werd d...

m -> Roderik (No.).

Zie ook → Rurik. Broer van Harold van Rüstringen; liet zich ca. 850 door keizer → Lotharius met Dorestad, Walcheren, Kennemerland en andere streken beleenen.

Deens machthebber in Friesland, †876 (?). Rorik ontving in 841 Dorestad in leen. Hij werd gevangengenomen door keizer Lotharius I, maar ontsnapte en dwong Lotharius in 850 hem Dorestad en andere graafschappen af te staan. In 867 werd hij tijdelijk door een Friese opstand verdreven.

RORIK, broeder van den deenschen vorst Harald II, neemt deel aan de noorsche plundertochten in Friesland 834/9; misschien reeds door Lodewijk den Vrome, zeker met zijn broeder door keizer Lotharius I (841) met Walcheren en Dorestad beleend, later met dezen in onmin, als verrader gevangen maar naar Lodewijk den Duitscher gevlucht en tot 850 in Sakse...