Frans staatsman en chroniqueur, “ca. 1447 kasteel Renescure(?), ✝ 18.10.1511 kasteel Argenton; uit het burgergeslacht Van de Clyte uit leper, dat in de 14e eeuw de heerlijkheid Comines had verworven. Hij huwde Helene de Chambres (27.1.1473), waardoor hij heer van Argenton werd.
Was in 1468 kamerheer van de Bourgondische hertog Karel de Stoute, voor wie hij verschillende zendingen volbracht, maar liep later over naar diens erfvijand Lodewijk xi van Frankrijk. Werd vooral vermaard om zijn Mémoires, waarin hij zijn persoonlijke herinneringen (uit de periode 1464—98) te boek stelde met een voor die tijd ongekend psychologisch inzicht in personen en situaties. Met Froissart, Joinville en Villehardouin behoort De Commyncs tot de zgn. grands chroniqueurs. Uitgave: Mémoires, door J.Calmette en G.Durville (3 dln. 1924-25).LITT. G.Charlier, Commynes (1945); J.Dufournet, La destruction des mythes dans les ‘Mémoires’ de P.dc Commynes (1966); S.Kinser en J.Cazeauz, The ‘Mémoirs’ of P.de Commynes (1968); J.Dufournet, La vie de P.de Commynes (1969).