Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Oldenzaal

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Overijssel in het noorden van Twenthe.

Een van de oudste plaatsen van Nederland. In de 8e eeuw verkondigde Sint Plechelmus hier het evangelie; wordt 893 vermeld als Aldenselen; 954 door stichting van een kerk en kapittel een centrum van kerkelijke en wereldlijke macht van het bisdom Utrecht; kreeg 1049 marktrechten, 1249 stadsrechten. Werd 1492 en 1510 door branden geteisterd. Werd in de 16e eeuw een vesting. In 1580 door de Spanjaarden bezet. 1597 door prins Maurits en 1605 heroverd door Spinola. waarna Sasbout Vosmeer er het katholicisme herstelde en Oldenzaal tot het Twentse missiecentrum maakte. In 1626 veroverd door Ernst Casimir, werd het definitief Staats.

De vesting werd toen ontmanteld, maar ca. 1643 ten dele hersteld. Verloor in de 17e eeuw grotendeels zijn economische betekenis, die het pas in de 19c eeuw. met de opkomst van de textielindustrie herwon. Had 1651-1844 een Latijnse school. 1844-79 een gymnasium en 1879-90 een pro-gymnasium.Litt. J.van Harten, Oldenzaal 1626—1926 (1926); H.M.Corwin, Oldenzaal (in: Overijssels Jb. 1961). H.J.M.Weustink, De rechtsgebieden van de stad Oldenzaal (1962); G.J.M.Bartelink, Gesch. van de Latijnse school, het Gymnasium en het Pro-Gymnasium te Oldenzaal (in: Versl. Med. Overijss. Regt en Gesch. 1963); B.H.Hommen, Bijdr. tot een gesch. van de textielnijverheid in Oldenzaal tot 1900 (in: Texlielhist.

Bijdr., 1964); B.H.Hommen. Oldenzaal in de Middeleeuwen (in: Jb. Twenthe, 1969); A.Stappers-Vürtheim, Twaalf eeuwen Oldenzaal (1971).

< >