Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Liudger

betekenis & definitie

(Ludger, Lat.: Ludgerus). Fries heilige, *ca.742 Suecsnon (Zuilen, prov.

Utrecht). ✝ 26.3.809 Billerbeek (Westfalen). Ontving zijn opvoeding bij abt Gregorius in de kloosterschool te Utrecht; 767 naar York; 769-72 opnieuw in Engeland; werkte als geloofsprediker 777—84 in de buurt van Dokkum en ca.793 in Westfalen en de IJsselstreken: 784-87 te Rome en Monte Cassino; tussen 802 en 805 eerste bisschop van Munster; stichtte kloosters te Nottuln. Helmstadt en Werden. Werk: Vila S. Gregorii abbatis Traiectensis (Uitg.MG. SS. xv, i, 63—79 door O.Holdcr-Eggcr).LITT. Hüsing. Der heil. Liudger (1878): J.Romein. Gesch. v.d. Noord-Ned. geschiedschrijving in de Middeleeuwen (1932; met suppl. van H.Bruch, 1956); A.Schröer, Chronologische Untersuch zum Leben Liudgers (in: Westfalia Sacra I. 1948); H.Löwe, Liudger als Zeitkritiker (in: Hist. Jahrbuch der Görres-Gesellschaft.

1955); H.Schrade. Die Vita des hl. Liudgers und ihre Bilder (1960); E.Bruna. Sint Liudger de Voltooier (1969).