Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Hugo Visscher

betekenis & definitie

Ned. theoloog en politicus, *12.10.1864 Zwolle. ✝17.5.1947 Alkmaar. Studeerde te Leiden; oprichter en voorman van de → Gereformeerde Bond; 1904-33 hoogleraar te Utrecht, 1933-37 te Leiden; 1922-35 lid van de Tweede Kamer voor de arp; had tijdens de Tweede Wereldoorlog contact met de Duitsers: Lid van de Ned. → Kultuurraad.

Door het Tribunaal vrijgesproken: hij was geen lid van de nsb. Werken o.a.: Guilielmus Amesius, zijn leven en werken (diss. 1894), Christ. Ethiek (1913), Het paradijsprobleem (1927).

< >