Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Heusden

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Noord-Brabant.

Ca. 700 werd het gebied van Heusden bewoond door Frankische kolonisten; 722 wordt de plaats vermeld als Hunsate super fluvium Mosam (Heusden boven de rivier de Maas): behoorde in de Frankische tijd tot het graafschap Teisterbant. Had ca.825—1334 eigen heren, die achterleenmannen waren van Kleef, dat Heusden in leen had van Brabant. De plaats werd 839 door de Noormannen verwoest, maar herbouwd; kreeg 1231 stadsrechten. Een opvolgingskwestie binnen de familie van Heusden had een strijd met Brabant tot gevolg. Deze Heusdense kwestie leidde ertoe dat Heusden 1322 tot een Hollands leen werd verklaard. Graaf Willem v van Holland verwierf Heusden 1356 voor zijn hulp in de Brabantse Successieoorlog; 1420 erkende de stad Jacoba van Beieren als gravin van Holland: 1569 veroverd door de Staatse troepen. maar werd door de Spanjaarden heroverd. Na de Pacificatie van Gent (1576) stelde de stad zich onder bescherming van de Staten en behoorde sindsdien tot Holland; sloeg 1672 een aanval van de Fransen af; 1794 door het → Bataafse legioen ingenomen, kwam 1814 bij NoordBrabant; werd 1821 ontmanteld: leidde in de 19e eeuw een kwijnend bestaan, mede veroorzaakt door de opheffing als vestingstad.LITT. P.H.Winkelman, Heusden geteisterd en bevrijd (1950). P.Avonds en H.M.Brokken. Heusden tussen Brabant en Holland (Varia Historica Brabantica iv. 1975).