1) keizerin van het Oostersche rijk, eerst de bijzit, daarna de vierde vrouw van Leo VI, ontving dien titel na de geboorte van Constantijn VII (1‘oi'phyrngenetes II). Bij den dood van haren man (911) werd zij het paleis uitgejaagd, docb in 914 daarin teruggehaald door haren zoon, den jongen Constantijn Porphyrogenetes: samenspanuende met haren minnaar Romanus I (Lacepenus) oefende zij eene groote macht uit, totdat zij door hem in een klooster opgesloten werd (919).
2) de eerste vrouw van keizer Leo VI.
3) keizerin van het Oostersche rijk, dochter van Constantijn IX, en vrouw van Romanus III (1028). Zij liet haren man van het leven berooven (1034), om haren minnaar op den troon te kunnen brengen, namelijk Michaèl IV, bijgenaamd de Papblagoniër. Deze trouwde baar, doch mishandelde haar, en noodzaakte haar om als troonopvolger te erkennen Michaël V (1035). Onder diens bewind was zij nog ongelukkiger; maar zij bewerkte eenen opstand te Constantinopel, en werd als keizerin uitgeroepen met hare zuster Theodora. Ten derden male trad zij in het huwelijk 1042 (met Constantijn X Monomachus), en had toen al het gezag in handen geheel alleen tot aan haren dood (1052).