oudheidkundige, geb. 1695 te Arthonay in Champagne, was de zoon van een behoeftig landman, en begon zijne loopbaan als veehoeder ; zijne zucht om te leeren werd opgewekt door Leopold, hertog van Lotharingen, die hem vervolgens liet studeeren; daarna werd D. bibliothecaris van den hertog, professor der geschiedenis te Luneville, en eindelijk bewaarder van het munt- en penningkabinet te Weenen, toen de zoon van zijn beschermheer keizer was geworden onder den naam van Frans I (1748). Hij stierf te Weenen 13 Sept. 1775.
Zijne Oeuvres zijn in het licht gegeven door Koch (3 dln. Parijs 1785).
