beroemd naturalist, hoogleeraar te Bologna, geb. 1527, gest. 1605, bereisde geheel Europa, en besteedde nagenoeg zijn gansche leven en zijne gansche fortuin, om bouwstoffen te verzamelen voor zijne groote Natuurlijke Historie, een ontzaggelijk werk, dat in het licht verscheen in 13 dln. in f°. (Rome 1599—1668), en waarvan hij zelf slechts het 4e deel van de pers heeft zien komen. Hij behandelt daarin achtereenvolgend kristallen, insekten, visschen, viervoetige dieren, slangen, wanschepselen of gedrochten, metalen en hoornen.
Het is te bejammeren, dat A. aan dezen arbeid niet evenveel oordeelkundige bekwaamheid heeft besteed als geduld; want volgens het gevoelen van Buffon en van Cuvier is het veelal slechts eene dorre compilatie. De senaat van Bologna heeft aanzienlijke sommen gelds besteed om de uitgave van dit werk te voltooijen, met welke taak de hoogleeraars belast werden, die A. in zijne professorale bediening opvolgden. De verzameling schilderstukken (waarnaar de platen van dit werk vervaardigd zijn) werd tijdens de omwenteling overgebragt naar het museum van natuurlijke historie te Parijs.