Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Toskanen

betekenis & definitie

ital. Toscana, ongeveer het land dal de ouden Tuscia of Etruria noemden en dat bij de Grieken Tyrrhemë heette, voormalig groothertogdom in Middel-italië, sedert 1860 eicel uilmakende van het koninkrijk Italië, werd begrensd door den Kerkelijkeii Staal ten O. en ten Z., door de Middell.

Zee ten W., door hel hertogdom Modena ten N.; het had tot hoofdstad Flomice. In 1859 had Imt groothertogdom T. eene bevolking van 1,807,000 zielen, en eene uitgestrektheid van 398 vier«, mijlen. Voor de vroegste geschiedenis van T. zie Emunie. In 828 tot een hertogdom of mark* graafschap verheven, bleef Tuscia als zoodanig voortbestaan tot 1115, toen de markgravin Maihikle stierf, een groot gedeelte van haar grondgebied gelegateerd hebbende aan den Heiligen Stoel, zoodat het geheele zuiderdeel van Tuscia sedert aan den Paus behoorde; het overige gedeelte nam langzamerhand den naam van Toskanen aan. In dat gedeelte verhieven zich weldra verscheidene sleden (Pisa, Florence, Sièna, Lucea, Pisloia, enz.) tot rijke en machtige republieken. De eerste was Pisa, in de Heen 12e eeuw; maar in de 13e eeuw werd zij overvleugeld door Florence, die haar aan zich onderwierp in 1405, en meester van Pisa bleef tot 1494. Florence had ook nog verscheidene andere sleden veroverd (Pisloia 1301—1329; Volterra 1361; Arezzo 1384); zoodat er in 1407 in geheel T. slechts drie onafhankelijke staten overbleven, nl. Florence, Lucea en Siénn. De machtigste van die drie was Florence, waar sedert 1421 de Medicis regeerden, die in 1404 tijdelijk van daar verdreven werden door den inval van Karel VIII, waarvan Pisa gebruik maakte om het juk van Florence af te schudden, en zich onafhankelijk te verklaren. Eerst in 1509 werd Pi^a weder lot onderwerping gebracht, en eerst in 1513 keerden de Medicis in Florence terug. In 1531 werd door Karel V, ten behoeve van Alexander de Medicis, het hertogdom Florence of Toskanen gesticht, dat in 1569 den titel aannam van groothertogdom Toskanen. Siena, door Karel V bemachtigd in 1555, werd in 1557 door Filips II aan Cosmus de Medicis afgestaan (in ruil voor Piombino). Toen de Medicis uitgestorven waren (1737) werd het groothertogdom aan het huis van Lotharingen gegeven, dat reeds spoedig daarna als nieuwe dynastie van Oostenrijk optrad; doch in 1790 was T. niet meer eene provincie der oostenrijksche monarchie, maar vormde een afzonderlijk rijk, dat geregeerd werd door een jongeren lak van het huis Lothnringen-Oostenrijk. In 1796 nam Bonaparte hel groothertogdom T. in bezit, en in 1801 werd liet in eeu Koninkrijk Elrurië (zie EïRUBie) herschapen, dat echter 1807 bij Frankrijk ingelijfd werd. In 1809 benoemde Napoleon zijne zuster Elisa tot groothertogin van T.; zij bleef daar lot 1814, toen T. teruggegeven werd aan Oostenrijk. In de woelige jaren 1830—32 bleef T. rustig; in 4847 werd het vergroot met Lucea, doch het sloot zich toen aan de ital. bewegingspartij aan, en verkreeg eene constitutie; hel duurde nu echter niet lang of de democratische partij, met Guerrazzi aan het hoofd, kwam aan hét bewind, de groothertog verliet in Febr. 1849 het land, en de republiek werd uitgeroepen. Reeds in April van hetzelfde jaar wierp het florentijnsche volk zelf de republiek weder omver, en oostenrijksche bajonetten baanden spoedig den weg voor den groothertog, om zijnen troon weder te beklimmen. De eerste tien jaren van de tweede helft dezer eeuw waren echter voor geheel Italië een tijdperk van beweging, waaraan ook T. werkdadig deel nam. Bij het uitbarslen van den iiatiaanschoostenrijkschen oorlog nam de groothertog van T. de vlucht; en daar Vietor-Emmanuel het hem aangebodene dictatorschap van de hand wees, werd T. eerst geregeerd door Buoncompagni, daarna door Ricasnli. Bij den vrede van Viilafranca werd het huis Lotharingen van den toskannschen troon vervallen verklaard, waarop groothertog Leopold II abdiceerde (21 Juli 1859) ten behoeve van zijnen oudsten zoon, aartshertog Fenlinami. Maar krachtens «ié algemeene stemming van 11 en 12 Maart 18 »0 werd T. tien dagen later (22 Mrt.) formeel ingelijfd bij Piéraont, waarmede het vervolgens opging in het nieuwe koninkrijk Italië: daarvan vormt het nu de zeven provinciën Florence, Arezzo, Grosseto, Livorno, Pisa, Lucea, Siëna.Vorsten van Toskanen.

1) Markgraven van Tuscia.

Boni facias I of II 828

Adalbert I 845

Adalbert II 890

Guido 917

Lambert 999

Boson 931

Humbert 936

Hugo de Groote 961

Adalbert III 1001

Begnerus 1014

Bonifacius II of III 1027

Frederik 1052

Beatrix 1054

Mathilde 1076—1125

Verscheidene onafhankelijke republieken.

2) De Mediciste Florence, aanvankelijk zonder erfelijken titel.

Jan de Bankier, gonfalomere 1421

Cosmus Magnificus 1429

Petrus I 1464

Lorenzo en Juliano 1469

Lorenzo alleen 1478

Petrus II 1492—1494

Jul. II en Lor.II 1513—19

3) de Medicis, hertogen

Alexander I, hertog 1531

Cosinus I, hertog 1537, groothertog 1569

Frans I Maria 1574

Ferdinand I 1587

Cosinus II 1608

Ferdinand II 1621

Cosinus III 1670

Jan Gaston 1723—1757

4) het Huis Lotharingen-Oostenrijk.

Frans l ((keizer 1745) 1737

Leopold (keiz. 1790) 1765

Ferdinand III 1790-1801

5) Köningen van Etrurië

Lodewijk I van Parma 1801

Lodewijk II 1803—1807

6) Ingelijfd bij Frankrijk

Elisa, groothertogin v. Toskanen 1809-1814

7) Huis van Oostenrijk

Ferdinand III voor den 2en keer 1814

Leopold II 1824—1859

< >